'Begrijpend lezen' en de leesvaardigheid van 15-jarigen

De lesmethode 'Begrijpend lezen' ontmoedigt het lezen in het secundair onderwijs en is mede verantwoordelijk voor de zorgelijke terugloop van de leesvaardigheid bij onze 15-jarigen. Dit stelde programmamaker Arjen Lubach in zijn wekelijkse uitzending 'Zondag met Lubach' op de Nederlandse televisie eind september. Maarten Tamsma, afdeling Kennemerland, schreef er een essay over. "Eerst empathie, dan theorie."
 


Maarten Tamsma
 

Arjen Lubach en zijn team zijn een opmerkelijke component van het Nederlandse cabaret-circuit. Satire in een marinade van intelligent, geestig en vilein speurwerk naar vreemde situaties en ondeugende personen, die vervolgens met onweerlegbare feiten op de slachtbank worden gelegd. Het Nederlands onderwijs is soms onderwerp van zijn demasqués. Zo ook op 27 september.

Aanleiding was een verontrustend bericht over de teruglopende taalvaardigheid van onze 15-jarigen, ook in mondiaal verband. Uit recent onderzoek blijkt dat bijna een kwart van de Nederlandse 15-jarigen niet goed kan lezen. In 2003 was dit 11%, in 2012 14% en nu dus 24%. Stijgt die curve op deze wijze verder, zo rekende Lubach voor, dan kan in 2064 niemand in Nederland meer lezen.

Documentaire

In de uitzending waren er onthutsende scenes uit een documentaire. Een docente Nederlands vraagt aan bovenbouw-leerlingen: "Wie leest er thuis wel eens een boek?" en "Wie vindt lezen leuk?" In beide gevallen was het antwoord: niemand! Natuurlijk speelt de digitalisering van hun vrijetijdsbesteding een rol: sociale media en internet vragen vele uren per dag, waarin niet meer gelezen wordt. Maar: in 2012 scoorde Nederland nog de vijfde plaats inzake leesvaardigheid in de EU. In 2018 waren we dertiende. Bij 'leesplezier' scoort Nederland mondiaal de 78e (en laatste!) plaats. "Nederland is wereldkampioen leeshaat", aldus Lubach.

Lubach schuift een majeure exponent van dit fiasco naar voren: 'Begrijpend lezen'. Het gaat om structurele tekstanalyse, het zoeken naar 'signaalwoorden'...  Quasi academische kunstjes taalontleding, die ver weg staan van de empathische beleving van literatuur (zie ook mijn vorige artikel in de PrincEnzine van april 2019). Begrijpend lezen maakt van middelbare scholieren leeshaters. België scoort mondiaal de 77e en één-na-laatste plaats op die wereldranglijst. Volgens Lubach is Nederland het enige andere land ter wereld met begrijpend lezen in het eindexamen. Het gilde van neerlandici is in Nederland overigens zelf de regisseur van het eindexamen Nederlands en laat dit gebeuren.

Voorleeshonden

Bibliotheken en verontruste neerlandici bedenken didactische trucs om pubers tot lezen te krijgen. In de uitzending waren beelden van (gapende) 'voorleeshonden'. Letterlijk. Een hond om aan voor te lezen, zodat er plezier in lezen ontstaat (bij de voorlezer). In 1996 werd 25% van de lestijd Nederlands aan leesvaardigheid besteed, in 2012 60%. In 1996 35% aan literatuur, in 2012 9%. Cijfers van Lubach zijn meestal betrouwbaar.

Hoogleraar Marc van Oostendorp werd losgelaten op het VWO-examen begrijpend lezen. Hij haalde een 7,5! (In Nederland is dat iets meer dan ‘ruim voldoende’ op een schaal één tot tien). Zelfs de examenmakers zelf scoorden niet meer dan een acht.

En dan waren er nog de boze essayisten die hun stukken gebruikt (en veranderd) zagen. "Taal verwordt tot puzzeltrucjes", zei Simone van Saarloos. In Duitsland hebben ze, net als de Corona-curve, het tij wel weten te keren: gewoon meer lezen.

Terug naar de portee van mijn artikel van destijds. Literatuur moet terug naar de plek die het verdient: een empathisch kunstdomein, waar verbazing en verwondering de hoofdrol spelen. Dus niet de knollentuin van taal-theoretici, die zich daarna afvragen waarom zo weinig laureaten na de middelbare school Nederlands als studie kiezen. Geen verdere hoofdrol meer voor taal-analytische exercities in eindexamens om elk leesplezier in de kiem te smoren.

Vak grammatica

Vanaf de jaren zeventig is het vak grammatica verrijkt met het besef dat grammatica (de beschrijving van de taal) niet alleen op woordniveau en zinsniveau beoefend moet worden, maar ook op tekstniveau. Denk dan aan tekststructuren, signaalwoorden, functies van tekstgedeelten, kernzinnen, et cetera. Dit was en is een goede ontwikkeling en betekent een verrijking van de beoefening van de taalkunde. De klassieken hadden ook aandacht voor tekststructuren door werk te maken van retorica. Vanaf de jaren zeventig is tekstgrammatica een item geworden in de taalkunde.

In ons onderwijs wordt steeds meer gestreefd naar objectieve toetsbaarheid van kennis en vaardigheden. De examinator moet zich kunnen verantwoorden ten opzichte van leerlingen, ouders, advocaten en de maatschappij. Er hangt nu eenmaal veel vanaf of iemand zijn examen haalt of niet.

Die tekstgrammatica (wetenschappelijk bedoeld) geeft de schijn van objectief goede en foute antwoorden op vragen rond tekstbegrip. De wetenschap levert een vocabulaire die weliswaar relevant is voor de ontwikkeling van de wetenschap, maar die ook door neerlandologen gretig is aangegrepen om zogenaamd objectieve taaltoetsen te maken. Helaas hebben ze zich niet bekommerd om de relevantie van hun toetsen. Hierdoor is een zeer groot deel van het mooie vak irrelevant, saai en onaantrekkelijk geworden.

Het vak Nederlands op de middelbare school heeft op die manier veel van haar status verloren: er worden simpelweg niet de goede dingen gedaan. Veel te weinig leerlingen kiezen daardoor voor dit vak als universitaire studie. Er is niets mis met nieuwe ontwikkelingen in de taalkunde (grammatica), maar wel met de uit de hand gelopen drang om onfeilbaar vast te stellen of het antwoord dat de leerling geeft, goed of fout is. Men moet zich te allen tijde kunnen verantwoorden. Dit is een maatschappelijk probleem.

Digitale hulpmiddelen

Terug naar de leeshaat die Lubach constateerde. Met de ontelbare oog- en oorstrelende digitale hulpmiddelen die elke docent tegenwoordig ten dienste staan, kan een gebrek aan interesse bij de leerlingen geen excuus meer zijn... Pierre Bokma speelde De Avonden, en hij is niet de enige acteur of actrice die literatuur vertolkt. Dat hoeft de docent zelf niet meer te doen. Gewoon You Tube aanklikken. Als voormalig docent en na bijna 40 jaar kunstervaring met pubers weet ik dat met goed didactisch aas menig vis te vangen is. 16-jarigen zijn super-gevoelig voor impressies en (re)ageren daar impulsief op. Mijn metaforische handleiding (ik was ook docentenopleider) voor elke aanstaande middelbare school docent: "Een meisje van 15 vraagt in de modewinkel: 'Mag ik het ruilen als mijn moeder het mooi vindt?'" Vertaald naar leesplezier: "Volgende week hebben jullie allemaal de eerste twintig bladzijden van De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch gelezen. Maar daar moet je stoppen. Verboden verder te lezen!"

De volgende les bekijken ze, bij verrassing, de eerste minuten van de verfilming van het boek, synchroon met de gelezen passage. Er volgt discussie over de vraag of film en boek op elkaar lijken. Waar wel, waar niet? Welke basis voor de ontwikkeling van de rest van het verhaal denk je dat er gelegd wordt? Einde van de les, huiswerk opgeven: verboden het boek verder te lezen. Zo’n didactische truc kan met elk verfilmd boek.

Museumlessen

In mijn museumlessen als tekendocent stuurde ik ze soms eerst in kleine groepjes verschillende zalen in om binnen een kwartier, met meerderheid van stemmen, daar het lelijkste schilderij uit te kiezen. Vinden pubers veel spannender. De zes gekozen kunstwerken waren daarna het onderwerp van de rondleiding. Ze vonden het museumbezoek (bijna allemaal) leuk, al wilden ze dat natuurlijk niet laten merken. Lelijk blijkt soms best interessant en zelfs niet eens altijd lelijk.

Een klassiek voorbeeld uit de muziekhoek is de film Shine (Australië 1996, Hickes). Het gaat over het wonderkind David Helfgott, die door zijn vader wordt gedwongen Rachmaninov 3 in te studeren. Pa geeft hem zelf les en David wordt weggehouden bij leermeesters die hem verder willen helpen. David eindigt in een psychiatrische inrichting nadat hij in de Londense Albert Hall, met Rachmaninov 3, een concours wint. Authentiek verhaal.

Honderd 15- en 16-jarigen bekeken deze film geroerd in een filmzaal. Deze empathische investering van 1:40 uur maakte ze gevoelig voor een echte uitvoering (40 minuten, Berlijn, Bronfman, Rattle). Het was de start van een school-tweedaagse over Rachmaninov. Het was een schoenlepel voor bijpassende muziektheorie en -historie. You Tube stond roodgloeiend. Muziekdocenten konden 'alles' kwijt. Er ontstond een vruchtbare en willige bodem voor verhandelingen over mineur en majeur. De rest van hun leven zullen ze Rachmaninov niet meer vergeten, evenmin als de aanpalende componisten en schrijvers die aan de orde kwamen.

Dus: eerst empathie, dan theorie.

Maarten Tamsma
Afdeling Kennemerland
 

Met medewerking van afdelingsgenoot Herman Schippers, voormalig docent Nederlands, die de vier paragrafen schreef over de ontwikkeling van het vak grammatica en hoe dat ertoe leidde dat het vak Nederlands op de middelbare school niet leuk meer was voor leerlingen.