Balkonnades, covidioten, e-peritieven en het Instituut voor de Nederlandse Taal

Balkonnades, covidioten, e-peritieven en het Instituut voor de Nederlandse Taal

Wat doet het Instituut voor de Nederlandse Taal, ook wel de schatkamer van het Nederlands genoemd, eigenlijk? Directeur Frieda Steurs en lid van Antwerpen-Middelheim vertelde het de leden van haar eigen afdeling op een online samenkomst vorige maand. Er was ruim aandacht voor de kracht van het Nederlands om nieuwe woorden te creëren die verwijzen naar de coronapandemie, zoals afstandschaamte, coronakapsel, balkonnade, coronaspuwer en e-peritieven.

Het Instituut voor de Nederlandse Lexicologie werd in 2016 hervormd tot een breder Instituut voor de Nederlandse Taal (INT). Dit ging samen met de vernieuwde taakstelling van het Algemeen Secretariaat van de Taalunie, dat zich gaat toespitsen op beleidsmatige taken, en de uitvoerende taken overlaat aan het INT. Het Vlaams-Nederlandse INT werd het centrale aanspreekpunt voor zowel de opslag als het wetenschappelijk onderhoud van digitale taalmaterialen van het Nederlands. Overal in Europa zijn dergelijke taalinstituten actief. Het INT kan dan ook worden vergeleken met bijvoorbeeld het Institut für Deutsche Sprache (IDS) in Mannheim, of de Accademia della Crusca in Firenze. Het INT maakt samen met deze buitenlandse partners uit heel Europa deel uit van EFNIL, de Europese Federatie van Nationale Taalinstituten. Bij het INT werken 35 Vlamingen en Nederlanders: taalkundigen, computerlinguïsten, softwareontwikkelaars en systeembeheerders. Het instituut is gevestigd op het Rapenburg in Leiden. Alle taalmaterialen worden digitaal beheerd, beschikbaar gesteld, onderhouden en verder ontwikkeld, wat de sterke inzet op taaltechnologie verklaart. Via de website kan iedereen een enorme schat aan taalmaterialen raadplegen.

Woordenboeken

Het INT heeft een centrale positie in het hele Nederlandse taalgebied (Nederland, Vlaanderen, Suriname en de Nederlandse Antillen) in het wetenschappelijk verantwoord ontwikkelen, bewaren en duurzaam beschikbaar stellen van taalmateriaal. Het krijgt elke week taalmateriaal binnen (vooral kranten), waardoor nieuwe woorden meteen kunnen worden geregistreerd en eventueel als neologisme een plaats gegeven kunnen worden in de woordenboeken die het INT uitbrengt. Het instituut ontwikkelt en levert data voor woordenboeken, computationele lexica, corpora en tools. Het Nederlands kan prat gaan op een collectie prachtige historische woordenboeken, van het Oudnederlands, Vroegmiddelnederlands, Middelnederlands tot het Woordenboek der Nederlandsche Taal, dat het grootste woordenboek ter wereld is en de periode van 1500 tot eind twintigste eeuw behandelt. Voor het moderne Nederlands is er het Algemeen Nederlands Woordenboek (ANW) en een neologismen databank.

Woordenlijst.org

Naast de klassieke woordenboekprojecten worden ook andere taalmaterialen uitgebouwd, zoals de bouwstenen voor het Groene Boekje, de spellinggids. De volledige lijst met spellinginformatie kan via www.woordenlijst.org geraadpleegd worden. Meer dan 180.000 woorden worden er behandeld. Wie zoekt naar grammaticale informatie over het Nederlands, komt terecht bij de ANS, de Algemene Nederlandse Spraakkunst. Het dikke groene boek uit de vorige eeuw is volledig bijgewerkt en wordt nu digitaal door het INT verder ontwikkeld. De elektronische versie e-ANS uit 2002 wordt momenteel geactualiseerd en uitgebreid.

Vaktaal

Niet alleen de algemene taal, maar ook de vaktaal komt bij het INT aan bod. Dat gebeurt in het Expertisecentrum Nederlandstalige Terminologie (ENT). Via het ENT wordt onder andere een grote hoeveelheid terminologielijsten aangeboden, alsook softwaretools die helpen bij het analyseren van teksten en het behandelen van termen. Tegelijk lopen er projecten om medische en juridische vaktaal ter beschikking te stellen. Ook het Nederlands als wetenschapstaal krijgt aandacht. Zo worden er terminologielijsten ontwikkeld voor vakken uit Bachelor 1 (scheikunde, wiskunde, etcetera) die heldere definities omvatten.
Naast de standaardtaal krijgen ook andere vormen van taalvariatie de nodige aandacht. Zo werd in samenwerking met de dialectologen van de Universiteit Gent een mooie applicatie gebouwd waarbij drie dialectwoordenboeken (Vlaams, Brabants en Limburgs) in interactieve kaarten digitaal raadpleegbaar worden. Er zullen nog meer dialectcollecties volgen.

Coronawoorden

Het jaar 2020 was een bijzonder jaar, en dat merken we ook in de taal. Het Nederlands is bijzonder creatief in het maken van nieuwe woorden die met de veranderde taalwerkelijkheid te maken hebben. Het INT verzamelde inmiddels meer dan duizend woorden die te maken hebben met de coronacrisis. Over sociale onthouding wordt gesproken en geschreven met woorden als anderhalvemetersamenleving, afstandschaamte, afstandsleren, afstandsmaatschappij en afstandsmeter. Mensen werden creatief in deze lockdowntijden en een heleboel samenstellingen met balkon- zagen het daglicht: we speelden balkonbingo of we luisterden naar een balkonnade (een serenade van op een balkon) en sommigen organiseerden een balkonquiz. Koning Willem Alexander herdoopte Koningsdag in Woningsdag of Balkoningsdag, zodat iedereen thuis of op het balkon het feest kon vieren. Taal geeft loepzuiver de werkelijkheid weer en zo noteerden we in ons neologismenwoordenboek coronahufter, coronahamsteren, coronahoestje, coronapandemie en coronaspuwer. Maar ook e-peritieven, coronaregering, coronakapsel en naar aanleiding van de slogan #blijf in uw kot: kot couture, omdat je nu niet meer strak in het pak moet zitten bij online vergaderingen.

Podcasts

Het INT heeft een serie korte podcasts (ingesproken teksten die je kunt beluisteren) uitgebracht over woorden onder de titel Waar komt pindakaas vandaan? Eigenlijk is pindakaas best een raar woord. Want wat heeft pindakaas nou met kaas te maken? En sinaasappel dan, wat betekent dat sinaas eigenlijk? Het woord deadline heeft ook iets geks. Waarom gebruiken we zo'n angstaanjagend woord voor het uiterste tijdstip dat iets af moet zijn?

De lezing werd afgesloten met een overzicht van de vele nationale en internationale onderzoeksprojecten waar het INT aan deelneemt. Frieda Steurs deed uiteraard nog een oproep: iedereen kan zich aanmelden voor de nieuwsbrieven die het INT uitbrengt. Dat geldt niet alleen voor de leden van de afdeling Antwerpen-Middelheim…

Frieda Steurs
Afdeling Antwerpen-Middelheim en directeur van het INT

 

Lijst nieuwe coronawoorden

De lijst van nieuwe coronawoorden die Frieda Steurs in haar lezing gebruikte, is te leuk om niet op te nemen bij dit artikel…

 

Anderhalvemetersamenleving: een samenleving waarin burgers in de publieke ruimte en het openbaar vervoer zoveel mogelijk ten minste anderhalve meter afstand tot anderen dienen te bewaren ten einde virusepidemieën te voorkomen.

Afstandschaamte: schaamte die iemand overvalt als hij merkt de voorgeschreven afstand van anderhalve meter niet te kunnen houden of niet te hebben gehouden.

Afstandsleren: leerlingen thuis leerstof aanbieden wanneer bijvoorbeeld de lessen geschorst zijn, door gebruik te maken van het internet en andere digitale leermiddelen.

Afstandsmaatschappij: samenleving die zodanig is georganiseerd dat bij alles wat we doen anderhalve meter afstand wordt gehouden ter voorkoming van virusbesmettingen;

Afstandsmeter: apparaat dat voortdurend de afstand tot andere personen meet en een signaal geeft wanneer die afstand niet de wettelijk bepaalde is.

Balkonbingo: een bingo waarbij de deelnemers personen zijn die in quarantaine zitten of door een lockdown zijn getroffen en daarom alleen vanaf hun balkon aan het spel deelnemen.

Balkoningsdag: alternatieve benaming voor Koningsdag (27 april) in de periode dat het coronavirus in Nederland heerst en waaraan iedereen werd aangeraden deze keer zoveel mogelijk thuis op zijn balkon te blijven om daar eventuele feestelijkheden te vieren.

Balkonnade: een muziekuitvoering vanaf een balkon, tijdens een virusepidemie vooral om solidariteit met elkaar en zorgverleners uit te drukken.

Balkonquiz: quiz die iemand organiseert en leidt vanaf zijn balkon omdat de deelnemers vanwege de corona-uitbraak de voorgeschreven anderhalve meter afstand moeten respecteren.

Contactberoep: een beroep waarbij onderlinge aanraking met cliënt of patiënt onvermijdelijk is, zoals kapper, fysiotherapeut en pedicure.

Contactbubbel: een vaste groep personen die uitsluitend met elkaar contact onderhouden en zich afsluit van anderen, met name om zich te vrijwaren van besmetting met een virus.

Contactluw: met weinig lichamelijk contact.

Contactonderzoek: een onderzoek naar de contacten die een besmet iemand heeft gehad.

Contactopsporing: de opsporing en identificatie van personen die contact gehad hebben met een besmet persoon als een middel om de verspreiding van een infectieziekte te controleren.

Contactpersoon: iemand die in contact is geweest met een drager van een besmettelijke ziekte.

Corona-armoede: armoede van kwetsbare groepen als gevolg van de negatieve financiële gevolgen van de coronacrisis.

Coronababy: de baby van een vrouw die besmet was met het coronavirus.

Coronabeleid: de beginselen en maatregelen waarmee de overheid de corona-epidemie bestrijdt.

Coronabeperking: de door de overheid aan de burgers opgelegde beperkingen zoals het anderhalve meter afstand houden, het samenscholen met meerdere personen en het vermijden van niet noodzakelijke verplaatsingen ter bestrijding van het coronavirus.

Coronaboete: de boete voor het overtreden van de door de overheid uitgevaardigde coronamaatregelen.

Coranabriefing: een bijeenkomst waarop meestal van overheidswege informatie wordt verstrekt over zaken die de corona-epidemie betreffen.

Covidioot: iemand die met opzet of uit domheid de coronamaatregelen negeert.

Beeldborrelen: op afstand een borrel drinken met anderen, waarbij men elkaar ziet en kan spreken via een videoverbinding als Skype, WhatsApp of Zoom.

Datrelatie: een relatie waarbij twee of meer personen via sociale media samen iets drinken. 'Dat' is in dit geval een letterwoord en staat voor Dating Apart Together. Het is gevormd naar analogie van Lat: Living Apart Together.

E-peritief: een aperitief in België dat men met anderen gebruikt via elektronische weg, zoals Zoom, WhatsApp, Skype en Teams.

Locktail: een cocktail die men drinkt tijdens een lockdown.

Quarantini: een cocktail die men in quarantaine drinkt.

Skyperinha: een onlinebijeenkomst via het softwareprogramma Skype waarbij een cocktail, bijvoorbeeld een caipirinha, wordt gedronken.

Skyperitieven: het via het softwareprogramma Skype gebruiken van een aperitief met anderen.

Lockdownkilo: een kilo die men aankomt gedurende een lockdownperiode omdat men te veel eet en snoept, maar te weinig beweegt.

Lockdownagressie: verbale of fysieke agressie, die het gevolg is van een lockdown.

Lockdownbuddy: persoon met wie je ter voorkoming van eenzaamheid tijdens een lockdown digitaal contact onderhoudt.

Lockdowncafé: een denkbeeldig café, waar men met behulp van communicatiesoftware met anderen kan praten terwijl men thuis achter de computer een glaasje kan drinken.

Lockdownexit: het meestal geleidelijke beëindiging van een lockdown.

iPad-zuster: een verpleegkundige die in woonzorgcentra/verzorgingstehuizen geen bezoekers meer toelaat, maar het wel mogelijk maakt dat bewoners via FaceTime of Skype contact kunnen onderhouden met hun familieleden.

Infodemie: een mixwoord dat gevormd is uit informatie en epidemie. Het staat voor een te overvloedige, ziekmakende hoeveelheid informatie over een bepaald onderwerp, die vaak niet helemaal of zelfs helemaal niet waar is.