Gewestpresident West-Vlaanderen Jan Breyne: "Meer bottom-up benadering"

Jan Breyne is tot zijn eigen verbazing al 25 jaar lid van de Orde. "Want het leek net gisteren." Hij werkte zijn hele leven voor de stad Ieper en stond mede aan de basis van de oprichting van de afdeling Westkwartier, een geuzennaam die dateert uit de tijd van de Beeldenstorm. "Laat de afdelingen wat afstappen van de té strikte regeltjes en hun eigen aard volgen."

 

Hoe lang bent u al lid en welke functies en/of verantwoordelijkheden heeft u binnen de Orde van den Prince sindsdien zoal gehad?

Ik ben exact een kwarteeuw lid van de Orde. Ik schrok even toen ik het nazocht, want het leek net gisteren. Ik herinner mij dat Julien Pattyn, toen afdelingsvoorzitter van de afdeling Westhoek (nog altijd onze peterafdeling), mij opzocht in 1995 met de vraag of wij het zagen zitten om een nieuwe afdeling van de Orde op te richten onder de naam Westhoek 2. Er was nood aan een splitsing wegens de uitgebreidheid van het gebied dat moest bestreken worden. Ook Michel Capoen en Geertrui Seys werden aangesproken. Wij zagen dat wel zitten om de sprong te wagen, maar niet onder de naam Westhoek 2. We hadden toen al onze fierheid en wilden geen aanhangsel worden van de peterclub, geen nummer twee. Wij kozen dan maar voor de naam 'Westkwartier', een geuzennaam die dateert uit de tijd van de Beeldenstorm. Het typeerde onze afdeling goed: wat recalcitrant, steeds kritisch, maar gestoeld op veel menselijke warmte en vriendschap. Ik was afdelingssecretaris (1999-2002) en afdelingsvoorzitter 2016-2019). Sinds september 2020 ben ik gewestpresident geworden.

Waarom bent u toentertijd lid geworden?

In Ieper was ik lid van vele verenigingen. Ik ben nogal een mens die wil verbinden, mensen samenbrengen van verschillende 'gezindheden', gesprekken aangaan. Maar het moet gezegd dat ik ook lid werd uit nieuwgierigheid: wat is die Orde juist? Waar staat ze voor? De 'amicitia et tolerantia' spraken mij wel aan, maar hoe werd dat concreet ingevuld? Eenmaal lid was ik vooral aangetrokken door het hoogstaande programma en vooral de bijzondere sfeer van vriendschap. Ik was vlug verkocht en dit is tot vandaag zo gebleven.

Wat doet of deed u naast de Orde van den Prince?

Ik kom uit een slagersgezin. Ik was, net zoals Tom Lanoye een 'Slagerszoon met een Brilletje', maar daar houdt elke verdere vergelijking mee op. Ik studeerde sociologie aan de KULeuven en werd in 1972 directeur van de toeristische dienst in mijn geboortestad Ieper. Heel mijn actieve loopbaan had ik één werkgever: het stadsbestuur van Ieper. Ik begon als directeur van de toeristische dienst in 1972, doorliep de functies van afdelingschef burgerzaken, communicatieambtenaar, stadsontvanger (nu: financieel directeur) om tenslotte te eindigen als stadssecretaris (nu: algemeen directeur). Na mijn pensionering in 2010 werd ik nog een tijdje deeltijds kabinetsmedewerker bij premier Leterme als 'federaal coördinator voor de herdenkingen 14-18'. Sedert 2013 ben ik ook gemeenteraadslid van Ieper. Ik ben tevens eindredacteur van het tijdschrift 'Vrienden van het In Flanders Fields Museum'.

Waarom wilde u gewestpresident worden?

Ik wilde niet per se gewestpresident worden, maar toen mijn afdelingsvoorzitter mij voorstelde om kandidaat te zijn, kon ik niet echt weigeren. Als je al 25 jaar hebt kunnen genieten van de mooie dingen die de Orde teweeg heeft gebracht, vooral dan in onze afdeling Westkwartier, dan is het maar normaal dat je ook wat terugdoet als dat gevraagd wordt. Regelmatig heb ik met een kritische blik gekeken naar bepaalde aspecten van de Orde, de soms wat bureaucratische top-down benadering, de soms ingewikkelde procedures… Het is dan normaal dat je niet aan de kant kunt blijven staan als er een beroep op je wordt gedaan.

 

 

Wat is het belangrijkste dat u nu gaat oppakken?

Ik wil inzetten op het verhogen van de verantwoordelijkheden van de afdelingen via een bottom-upbenadering. Om tot verandering te komen, moet de inspiratie in de eerste plaats van de afdelingen komen. De gewestvoorzitter moet dan de creativiteit van de afdelingen laten doorstromen naar het Presidium (waar alle gewestpresidenten en DB-leden in zitten). Laat de afdelingen wat afstappen van de té strikte regeltjes en hun eigen aard volgen, uiteraard met behoud en versterking van de essentie, die in de Keure is neergeschreven. Soms vraag ik mij af: moest onze stichter Guido Van Gheluwe vandaag de principes van de Orde opnieuw neerschrijven, met de idealen, dromen en inzet van toen, hoe zou hij nu bijvoorbeeld de 'tolerantia' invullen, hoe zou hij staan tegenover de hedendaagse elementen die verdeeldheid prediken in plaats van verbondenheid, tegenover het wantrouwen dat zo contraproductief is in het maatschappelijk debat? We moeten uit het verleden leren om de toekomst uit te kunnen bouwen.

Hoe denkt u dat u na uw afscheid herinnerd zal worden?

Ik besef wel hoe relatief 'herinnering' is als je eenmaal een stap opzij hebt gezet. Maar als enkele mensen na mijn afscheid zouden zeggen 'Op Jan konden we rekenen', dan zou dat al heel wat zijn.

Waar doet een afdelingsvoorzitter u tijdens een etentje geen plezier mee?

Mag ik hier mijn joker inzetten? Ik ben namelijk een genieter aan tafel. Ik moet al vér zoeken om iets te vinden dat ik niet lust. En daarbij is een etentje ook een gelegenheid tot ontmoeten, tot een goed gesprek, tot het koesteren van vriendschap en verbondenheid… Nee, laat die afdelingsvoorzitter gerust zijn creativiteit loslaten als de gewestpresident op bezoek komt.

Wat weet (haast) niemand binnen de Orde van den Prince over u?

Gezien ik nogal extravert ben in gesprekken, zal die lijst klein zijn. Maar weinigen weten hoezeer ik gefascineerd ben door de Verenigde Staten. De diversiteit van het land, de variatie van landschappen en karakters, de eigenaardigheden spreken mij aan. Als ik een boek over het land en zijn leiders (ook die 'onmogelijke' oud-president) in de handen krijg, verslind ik de inhoud. Niet dat ik daar zo veel ben geweest: het beperkte zich tot een aantal bezoeken aan New York en Washington. Maar voor de rest reis ik in gedachten. CNN en BBC World hebben aan mij een fervente kijker.