em. prof. dr. Herman DE DIJN : ‘Rituelen. Waarom we niet zonder kunnen’

em. prof. dr. Herman De Dijn : ‘Rituelen. Waarom we niet zonder kunnen’

Terugblik

Practisch - Vooraf

De vergadering vindt plaats in de vorm van een Zoom-vergadering. Voorzitter Ivan stuurde de inloggegevens vooraf aan de deelnemers toe.

De uitnodiging werd overgemaakt aan de leden van de afdeling Waals-Brabant en aan de leden van de andere afdelingen van het gewest (via de voorzitter en de secretaris van deze afdelingen). Er waren inschrijvingen van twee andere afdelingen : de afdeling Prinsbisdom en de afdeling het Land van Edingen. Er waren geen inschrijvingen van de afdeling Graafschap Namen, de spreker was er namelijk vóór de eerste lockdown-periode reeds te gast geweest.

De deelnemers ontvingen vooraf een korte synthese van de uiteenzetting. De deelnemers formuleerden vooraf vragen; deze vragen werden de dag voor de vergadering via de secretaris aan de spreker bezorgd.

De vergadering start om 20.00.

De vergadering wordt geopend door voorzitter Ivan. De Keure wordt voorgelezen door Xavier.

 

 

 

 

'Rituelen. Waarom we niet zonder kunnen'

1. Inleiding - voorstelling van de spreker (door Willy)

Herman De Dijn is emeritus gewoon hoogleraar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (KU Leuven) en werkzaam in het domein van de geschiedenis van de moderne filosofie, 17e en 18e eeuw. Hij verrichtte onderzoek in Cambridge en Harvard. Hij publiceerde vooral over Spinoza, Hume en over de relatie tussen moderniteit en postmoderniteit. Hij is ook bekend als essayist op het gebied van de cultuurfilosofie. Recente publicaties zijn: Rituelen. Waarom we niet zonder kunnen (Kalmthout, Polis, 2018, reeds een 3e druk) en De andere Spinoza. De twee wegen naar het ware geluk (Kalmthout, Pelckmans, 2020).

Het  openingsartikel van het pas verschenen maartnummer van Noord&Zuid, het tijdschrift van de Orde van den Prince, dat gewijd is aan rituelen, is van zijn hand.

 

2. Uiteenzetting door em. prof. dr. H. De Dijn : 'Rituelen. Waarom we niet zonder kunnen'

 

Wat is een ritueel (al dan niet religieus)?

In de coronaperiode is er een algemeen gevoel van onbehagen omdat de dingen niet kunnen gebeuren zolas ze horen te gebeuren. Bij een overlijden kan niet op gepaste wijze de laatste eer bewezen worden aan een overledene. Dit toont het belang van rituelen aan.

Er is een enorme verscheidenheid in rituelen : grote en kleine, verheven en alledaagse, …

Eren, loven en danken staan centraal (cf. ‘de laatste eer’) en herdenken.

Bij een geboorte wordt een naam gegeven aan een nieuwe mens. Dit is  essentieel. Bij een overlijden is een begrafenisritueel aanwezig. Het kan theater zijn, met dans en choreografie (rouwrituelen). De geboorte wordt daarna jaarlijks herdacht, zoals ook kan voor een overlijden (verjaardagen, sterfdagen).

Rituelen zijn in wezen een gepaste reactie op de wonderen  die zich in het leven openbaren en aan het leven zin, waarde en betekenis geven.

De concrete uitvoeringswijze van rituelen is geërfd binnen een traditie/cultuur, het  heeft een ‘partituur’ (cf. thee-ritueel) waarin het belang van herhaling (zie bv. gedichten Rawie en Thies). Het is fundamenteel lichamelijk (is een soort ‘dans’).

Het is verbonden met symbolen (geïncarneerde betekenis, vb. relikwieën)  en met welbepaalde, betekenisvolle plaatsen en tijden (het feest).

Het is verbonden met verhalen (de Mythe), een uniek soort ‘weten’. Er zijn geen riten zonder mythen. Mythen  zijn verhalen die fundamentele betekenissen aanreiken. Dit is essentieel in het menselijk leven. De naam (bij de geboorte) houdt ook een verhaal in.

Centraal staat het wonder / het andere. In het ritueel staat het ik niet centraal (niet de eigen gevoelens, hoewel de gevoelens belangrijk zijn). De rite ‘werkt’ zo nodig in onze plaats (cf. beleefdheid; bedevaart). Rituelen gaan dus over de ander (vb. de overledene). Ze betreffen de collectiviteit en niet het individu dat ‘rituelen’ uitvoert. Rituelen voor zichzelf (die therapeutisch zouden zijn) zijn een misvatting. Therapeutisering, ontwijding en instrumentalisering,  reductie tot signalen/signaalgedrag zijn misvattingen.

 

De kracht van rituelen (al dan niet religieus)

De kracht van rituelen is sterk. De homo sapiens wordt homo sapiens door het begrafenisritueel. Het bestaan van een begrafenisritueel markeert dus het mens-zijn.

Rituelen maken de mens tot mens (Mencius/ Meng-tse: homo sapiens = wijsheid, niet ratio; geen wijsheid zonder ‘dansen’ rond het wonder).

Zowel de individuele identiteit (de naam) als de collectiviteit krijgt vorm door rituelen. Menswording is een cultureel gebeuren. Rituelen geven identiteit (hebben een ‘ontologische’ kracht: cf. naam). Rituelen verbinden (religio) mensen tot een gemeenschap; ze verbinden ook levenden en doden tot een soort mystiek lichaam (illustratie: in Indonesië en Peru participeren de doden letterlijk ritueel in de gemeenschap en in gemeenschappelijke politieke beslissingen).

Rituelen geven duiding en betekenis (op een soort ‘poëtische’ manier). Religieuze rituelen verbinden de mens met het heilige en het Transcendente (liturgie = ‘materialreligion’).

 

 

3. Vragen van de deelnemers en antwoorden door em. prof. dr. H. De Dijn

De vragen van de deelnemers werden vooraf meegedeeld aan de spreker. Ze werden tijdens de vergadering alle beantwoord. De vragen en antwoorden worden vermeld in de volgorde waarin de vragen werden beantwoord.

 

  • Eerste vraag

Uw stelling (vermeld op de hand-out) luidt : Rituelen zijn in wezen een gepaste reactie op de wonderen  die zich in het leven openbaren en aan het leven zin, waarde en betekenis geven. Is het omgekeerde ook mogelijk ? Kan een ritueel ontstaan / bestaan zonder initieel ‘wonder’ of initiële ‘openbaring’, maar louter omdat een gedrag op een bepaalde functionele wijze herhaald wordt (zoals bij dieren, zie het artikel van van Hooff)?

Antwoord : ja, dat kan. Wat centraal staat wordt dan een wonder.

  • Tweede vraag

We stellen ons de vraag wat de scheidslijn is tussen rituelen en bijgeloof. Bv. in de sport :  de Haka is een ceremoniële dans in Nieuw-Zeeland, maar lijkt inmiddels een ritueel geworden te zijn die door meerdere sportteams (hoewel vooral bekend in het rugby) uit Nieuw-Zeeland voor het begin van internationale wedstrijden wordt uitgevoerd.

Antwoord : het Haka-ritueel kan een voorbeeld zijn van hetgeen vermeld werd in de eerste vraag. Haka was functioneel bij oorlog en is door herhaling een ritueel geworden zoals bij voetbal.

Over de relatie ritueel en religie en de scheidslijn met bijgeloof kan verwezen worden naar het smeekgebed (aangehaald door Wittgenstein). Als er iets heel ergs staat te gebeuren volgt onvermijdelijk (als reactie) een smeekgebed. Dit is altijd en overal zo. Het ritueel van het gebed is geen bijgeloof. Het wordt bijgelovig als men bij daarbij pseudo-wetenschappelijke zaken denkt of beoogt, bv. dat men krachten beïnvloedt.

  • Derde vraag

Is er ook geen duistere kant aan rituelen en hoe gaan we daarmee om? Rituelen zijn belangrijk voor de vorming van het morele karakter. Rituelen als momenten van zelfreflectie en zelfverantwoording binnen een overgeleverd en sociaal gevalideerd kader (cf. symbolische handelingen, woorden van het ritueel) beïnvloeden de affectieve staat van de deelnemer: hij/zij gaat de eigen morele waarden en normen her-ijken/kalibreren. Maar: het “juiste” morele karakter kan ook het “gewenste” zijn. Wie wenst en waarom? Cf. de rituelen van het NSDAP-regime als meest extreme voorbeeld. Onschuldiger = pseudoreligieus conformisme. Cf. ongelovigen die participeren in godsdienstige rituelen. Wat is dan nog de zin van het ritueel?

Antwoord : Een ritueel is niet altijd goed. Er zijn rituelen van uitsluiting (Nazi), er zijn immorele rituelen (vrouwenbesnijdenis). De vraag of de beleving van een ritueel authentiek is, is terecht. De beleving kan ook niet-authentiek zijn en dan is het een leugen.

  • Vierde vraag

Rituelen stellen gerust, zijn rustgevend. Vooral door herhaling van steeds dezelfde handelingen en woorden (gebeden, gezangen). Rituelen kunnen eigenlijk maar één keer verrassen.  Daarom zijn ze ook vertrouwd en dus betrouwbaar en “eigen”, “van ons”. En dus ook onschuldig … tot bewijs van het tegendeel? M.a.w. gaan we ze dan nog in vraag (kunnen/mogen) stellen? Hoe doen we dat dan? Met welke gevolgen?

Antwoord : Moraal, common sense en ritueel hangen samen. Ondanks de herhaling blijven rituelen verrassen.

  • Vijfde vraag

Ziet u overeenkomsten tussen rituelen en poëzie en zo ja, welke? 

Antwoord : Er is inderdaad een band en een gelijkenis tussen poëzie en rituelen aantoonbaar. De oorsprong van een gedicht en van een ritueel is hetzelfde : het is openbaring. Een gedicht krijgt men van de muze. Een ritueel wordt niet bewust gemaakt, het is ‘gegeven’. De performance van een gedicht lijkt op een ritueel : het is een collectief gebeuren. Dit was duidelijk het geval bij de tragedie in het Oude Griekenland. Eens het gedicht af is, is het niet meer van de dichter.

  • Zesde vraag

Graag zou ik een uitleg willen over het verband tussen rituelen en het bewustzijn in het Frans: “conscience”.

Antwoord : Indien met ‘conscience’ ziet als geweten is dit een vraag naar het verband tussen ritueel en moraal (het goede doen).

  • Zevende vraag

Op de tekst die vooraf werd bezorgd (hand-out) worden verschillende kenmerken van rituelen opgesomd, zijn sommige hiervan belangrijker dan andere? 

Antwoord :  Eigenlijk is er niet één noodzakelijk, primair kenmerk te geven voor wat we een ritueel noemen, maar vormen de opgesomde kenmerken samen een geheel dat veel gelijkenis vertoont met een familie: de familieleden delen gemeenschappelijke kenmerken maar geen enkel kenmerk is noodzakelijk of voldoende om lid van de familie te zijn; het gaat dus om een geheel van een of meer gelijkwaardige kenmerken.

 

Tot slot volgt een korte gedachtewisseling onder andere over het belang van voorgangers bij rituelen (priester, lama) en over de analyse van rituelen door de socioloog Durkheim.

 

4. Symbolische overhandiging van een presentje (door Willy)

Willy spreekt een dankwoord uit en overhandigt de spreker symbolisch een presentje.

Hij biedt als geschenk een (in de nabije toekomst nog fysisch te bezorgen) exemplaar aan van de vertaalde gedichten van M. Carême, De zomer ligt zoals een vrouw, gedichten uitgegeven en vertaald door W. Martin en I. Bambust, Uitgeverij P, Leuven, 2020.

Hij biedt aan de spreker ook een voor deze gelegenheid vertaald gedicht aan van Louise Glück, ‘de parabel van het geschenk’ (The Parable of the Gift).

Tot besluit van de vergadering draagt Willy het gedicht in vertaling van zijn hand voor. De vertaling zal binnenkort in het gerenommeerde literaire tijdschrift 'Hollands Maandblad' verschijnen.

 

 

X. Lesage

secretaris

15 mei 2021

Een activiteit georganiseerd door: 

Op 11 december 2007 opgericht  en behorend tot het gewest Maas-Samber-Schelde dat volgende afdelingen groepeert:

Kort

Plaats: 
ZOOM-vergadering
Wanneer: 
donderdag, 22 april, 2021 - 20:00
Beschrijving: 

(Foto  : Luk Collet)

 

Spreker: 
em. prof. dr. Herman De Dijn
Over de deelname: 
Aanwezigen : 19 Voorzitter : Ivan De Muynck Secretaris : Xavier Lesage Leden : Willy Martin Peter-Paul Knops-Gerrits Jeanine Vandeputte Geert Paternoster Ronald Van der Linden Viviane Missoul Ben Cloots Luk Collet Christine Van Nuffel Joris Witkam Gasten: Mariette Paternoster-Becher Livina Martin Anje Stiers Kim Becher André Van Brussel afd. Land van Edingen Joseph Hougaerts afd. prinsbisdom Walter de Decker afd. Land van Edingen