Virtuele wandeling in en rond Molenbeek, het voormalige industriële hart van Brussel

"We kunnen elkaar nog steeds niet fysiek ontmoeten, maar we kunnen wel samen wandelen. Virtueel weliswaar." Aldus de intro van de uitnodiging van de afdeling Vilvoorde voor haar bijeenkomst van vorige maand. Op het programma stond een digitale wandeling langs de Brusselse Kanaalzone, onder de deskundige leiding van de Duitstalige architectuur-journalist Olaf Winkler, in onberispelijk en vloeiend Nederlands overigens. Aan de hand van een overzichtelijke Google-Earth-projectie was het alsof we zelf door de straten wandelden…

 

In anderhalf uur toonde de uitmuntende gids Olaf Winkler ons op het scherm verschillende kunstige, architecturale ingrepen langs het kanaal Charleroi-Willebroek. Ooit was dit de hoofdader van de Belgische 19e-eeuwse industriële welvaart. We leerden dat de site van Thurn und Taxis verplaatsbare houten binnengebouwen herbergt. Het Herman Teirlinckgebouw van de Vlaamse Gemeenschap is vrij te bezoeken. Langs het kanaal komen tuinen en sportvelden. De Kanaalzone ligt op de grens tussen het toeristische bloeiende centrum van Brussel en de sociaal complexe westelijk gelegen gemeente Molenbeek. Uiteraard speelden in ieders achterhoofd ook de aanslagen van vijf jaar geleden in wat Trump rond die tijd "hellhole Brussels" noemde.

Node beperken wij het relaas van de stevige wandeling tot enkele interessante haltes, met dank aan Olaf, die zo vriendelijk was om ons ook na de digitale wandeling nog van een overvloed aan tekst en documentatie te voorzien. 


 

Het Kanaal / Molenbeek

Het Kanaal in Brussel werkt vandaag als een soort barrière tussen enerzijds de binnenstad, die zich onder andere op toerisme richt, en anderzijds Molenbeek, aan het centrale stuk van het kanaal. Molenbeek is een sociaal ingewikkelde wijk met een moeilijke reputatie. In het verleden, vooral in de 19e eeuw, waren vooral de zones aan de westelijke kanaaloever min of meer het kloppende hart van Brussel. Hier waren belangrijke industrieën gevestigd, waarvan vandaag alleen de gebouwen over zijn gebleven. Deze gebouwen hebben inmiddels nieuwe functies, deels met een sociaal doel en aangepast aan de behoeftes van deze heroplevende buurt.

Het kanaal van Sainctelette werd in noordelijke richting gegraven vanaf rond 1550 en is daarmee een van de oudste kanalen van Europa. Het zuidelijke stuk van het Kanaal, vanaf Sainctelette richting Zuid-België en Noord-Frankrijk is gegraven vanaf de jaren twintig van de 19e eeuw. Dit was het echte beginpunt van de ontwikkeling van de industriële as. Parallel liep overigens tot de jaren dertig van de 20e eeuw het riviertje de Kleine Zenne, zodat gebouwen zoals de Bellevue Brouwerij, de tabaksfabriek AJJA en andere gebouwen langs de westelijke kanaaloever in feite op een lang eiland terechtkwamen, met water aan twee kanten.

De neergang van de industrieën vanaf het midden van de 20e eeuw heeft het voormalig industriële Molenbeek ('Belgisch Manchester') in een moeilijke zone veranderd. Vanaf 2012 wordt door Franse architect, stedenbouwkundige en landschapskunstenaar Alexandre Chemetoff voor de hele Kanaalzone van Brussel (dus niet alleen voor Molenbeek, maar over een lengte van zo'n veertien kilometer) een Kanaalplan uitgewerkt, dat via projecten in alle gemeenten langs het Kanaal een toekomstgerichte ontwikkeling mogelijk moet maken.


 

Thurn und Taxis

De grootste voormalige industriële site om te herbestemmen, is het Thurn und Taxis-areaal (in het Frans: Tour et Taxis), genoemd naar de familie die er vanaf de 16e eeuw een Europees postsysteem voor de Habsburgers uitbouwde. Het is overigens geen deel van Molenbeek, maar van de stad Brussel en gelegen tussen de binnenstad, de Noordwijk met haar wolkenkrabbers uit de jaren zeventig en tachtig, het havengebied, Laken en Molenbeek. Over het 'Gare Maritime', centraal in de Thurn und Taxis site, schreef Olaf Winkler onlangs een uitgebreid en zeer lezenswaardig artikel.

.

De voormalige Citroëngarage Kanal

De opvallende (inmiddels voormalige) Citroëngarage met haar glazen puien werd gebouwd in 1934 door Alexis Dumont (ook: Shellgebouw, Ravenstein), Marcel van Goethem (ook: Nationale Bank) en Maurice Ravazé (eigen architect van Citroën). Brussel was de eerste stad buiten Frankrijk met een grote vestiging van Citroën. De voormalige garage, thans Kanal genoemd, was de derde Citroënvestiging binnen Brussel. André Citroën was een van de eersten die begrepen had hoe je architectuur kunt gebruiken om als bedrijf je avant-gardehouding uit te drukken: eveneens in 1934 komt de 'Traction Avant' op de markt als zeer avant-gardistische auto. De Citroëngarage werd een van de meest modernistische gebouwen van die periode, pure skeletbouw qua constructie, en bedacht als een stad in de stad, met een kiosk en een plek om een koffie te drinken terwijl je op de herstelling van je auto wachtte.

Na veel discussies in Brussel werd uiteindelijk voor Kanal gekozen als locatie voor een museum voor hedendaagse en moderne kunst, dat zal worden uitgebaat in samenwerking met het Centre Pompidou in Parijs. Kanal is een middel om de buurt rond Sainctelette op te waarderen. Het wil ook openstaan voor de bewoners van andere buurten, inclusief Molenbeek.
 


                                                                                                                                                                            

De prefab betonnen Sint-Jan-de-Doperkerk

De Sint-Jan-de-Doperkerk is een fantastisch stuk architectuur, maar vooral een plek met veel meer geschiedenis dan je zou verwachten. In Molenbeek – officieel Sint-Jans-Molenbeek - stond al in de 9e eeuw een kerk gewijd aan Johannes de Doper. In de middeleeuwen was er een heel belangrijke processie op 24 juni, de feestdag van Johannes de Doper. Als epileptici op deze dag dansend naar de buurt trokken en via een kleine brug de dichtbije Molenbeek overstaken (blijkbaar zonder daar met de voeten de grond te raken) konden ze voor een jaar genezing bekomen. Pieter Bruegel de Oude heeft er een schets van gemaakt en Pieter Brueghel de Jonge later een schilderij.
 


 

De laatste kerk die in 1836 min of meer op dezelfde plek was gebouwd, bleek in het interbellum niet meer in goede staat te zijn. Blijkbaar had de kerkfabriek – het lokale bestuur van de kerk - toen niet het geld om een nieuwe te bouwen, zodat de socialistische burgemeester daartoe besliste. Voorwaarde vanuit de gemeente was wel dat de kerk slechts de helft mocht kosten van wat er oorspronkelijk was begroot. Architect Joseph Diongre (die enkele jaren later ook het Flageygebouw ontwierp) slaagde daarin door een betonnen prefab kerk te bouwen. Van buiten in art-decostijl, maar van binnen puur modernistisch, met een paraboolvormige constructie. Er bestaan naast de hangars van Orly uit 1916 en het beurspaleis van Brno uit 1928 niet veel gebouwen meer uit die periode, die qua constructie vergelijkbaar zijn. Helaas is de kerk vaak niet toegankelijk vanwege een probleem met de bewaking.  

Met deskundige uitleg en een fijnzinnig oog op zowel de kunstige, maar ook de sociale aspecten leidde gids Olaf zijn Princegezelschap verder langs pleintjes en straten met opmerkelijke haltes, maar het zou te ver gaan om dat in dit verslag uit te diepen.

Deze virtuele wandeling is niet zozeer in de benen blijven hangen, maar wel in het hoofd én in het geheugen van menige Princevriend(in), inclusief President Godelieve Laureys en haar dochter, die in de Kanaalzone woont.

Louis De Troij
Lid redactie PrincEzine
Lid afdeling Antwerpen-Plantiniana  
 

 

 

Fotoreportage: