De boekenkast van andere leden, een redding met mondkapje en Zoom-vergaderingen na corona

Via Zoom vergaderen betekent dat je de andere deelnemers aan de vergadering in hun thuissituatie ziet. Vaak zie je achter de deelnemers hun boekenkast. Dat inspireerde de afdeling Dordrecht tot een 'een sociaal boekenkastreferaat': wat staat er zoal in die boekenkasten? Los daarvan: kun je iemand wel redden uit een modderpoel als die geen mondkapje op heeft? Plus een voorproefje op de discussie of we gaan blijven 'Zoomen' als we weer 'normaal' bij elkaar kunnen komen?

 

Iemands boekenkast is best persoonlijk. Bijvoorbeeld: staan de boeken per thema, per schrijver of per kleur? En wat staat erin, natuurlijk. De afdeling Dordrecht organiseerde er een avond over. De inhoud van de boekenkasten varieerde nogal. Van unieke handleidingen van de Boeing 747 ("in Taiwan gekocht – categorie 'handige naslagwerken'") tot biografieën van Cornelis Verolme en het boek 'Nieuw Nederland in 2050', geschreven in 1987, waarvan nu al zeker is dat de voorspellingen niet helemáál gaan uitkomen. Verder antieke bijbels, schoolboeken, buitenlandse literatuur, geschiedenis, 100 dagen Napoleon, Mein Kampf (niet gesigneerd), Herman Finkers, Herman de Man, Anton Coolen en recenter werk als De meeste mensen deugen van Rutger Bregman.

Coronaredding in het Zoniënwoud

De afdeling Mechelen houdt maandelijks een Zoom-vergadering, maar publiceert ook regelmatig nieuwsbrieven. In Nieuwsbrief 2021, 1 (nr. 8 in coronatijd!) staat een prachtig kortverhaal van de hand van Rogier Chorus. Het heeft als titel Coronafantoom in het Zoniënwoud en beschrijft een bizarre situatie waarin het echtpaar Chorus-Meijer terechtkwam tijdens een wandeling in het Zoniënwoud bij Brussel. Ze vragen de weg aan een oudere heer op de fiets. Hij antwoordt "in het deftige Nederlands dat is voorbehouden aan Franstalige Brusselaars die de moeite namen onze taal te leren" dat hij het ook niet weet.

Even later dook diezelfde fietser spectaculair in een modderpoel waarin hij met fiets en al verdween. "Wij keken verbaasd toe, maar begrepen dat handelend optreden vereist was: de man kwam niet meer overeind. Op dat moment deed het coronafantoom zich in alle bizarrerie aan ons voor. Terwijl het barmhartige-Samaritaangevoel mij naar de man toedreef, was mijn vrouw realistischer. Zij riep tegen de man: "Zet uw mondmasker op, alleen dan kunnen wij u helpen." En dát lukte hem: liggend in het slijk haalde hij het kapje uit zijn jaszak. De rest ging toen vanzelf: met mijn hulp krabbelde hij overeind. Ons dankend prevelde hij: "Ik ben oud: té oud." Wij ontkenden het niet. Hij stapte op zijn fiets en verdween langzaam uit ons gezichtsveld."
 

Struikelstenen in Twente-Achterhoek

De afdeling Twente-Achterhoek is in december 2020 begonnen met het uitgeven van maandelijkse nieuwsbrieven. In de laatste uitgave vertelt Folke Meijer over zijn inspanningen om 'struikelstenen' te laten leggen in Putten en Otterlo voor zijn in de oorlog weggevoerde en omgebrachte grootouders en oom. Zijn verhaal brengt ons terug naar de Tweede Wereldoorlog en laat ons opnieuw zien hoeveel verlies en verdriet nog jaren na die oorlog in mensen voelbaar blijven. Struikelstenen (Stolpersteine) worden geplaatst voor huizen waar Joodse medeburgers in de oorlog werden weggevoerd naar de vernietigingskampen.

Folke: "Het is bedacht door het Duitse kunstenaarsechtpaar Gunter en Katja Demnig als erkenning van de eerste naoorlogse generatie Duitsers dat de gemeenschappelijke schuld alleen is in te lossen als de herinnering aan de wandaden van het nationaalsocialisme in herinnering wordt gehouden. Het is trouwens voor iedereen vandaag de dag zinvol te beseffen hoe negatieve gevoelens jegens een bepaalde bevolkingsgroep bijna ongemerkt kunnen uitmonden in systematische genocide. Er zijn daarnaast ook mensen voor wie het educatieve doel niet het belangrijkste motief is om zich in te zetten voor het leggen van struikelstenen. Dat zijn de nabestaanden. Waarvan ik er eentje ben. Mijn grootouders Arthur Meijer en Helene Meijer-Cohen werden eind 1942 in Putten opgepakt en in februari 1943 in Auschwitz omgebracht, mijn oom Ernst werd in mei 1943 in Otterlo gearresteerd om diezelfde maand nog in Sobibor aan zijn einde te komen. Ze hebben dan ook geen graf, geen tastbare plek waar ze kunnen worden herinnerd. En na al die jaren voelt dat steeds meer als een gemis, niet in de laatste plaats bij het doorgeven van de familieband aan kinderen en kleinkinderen."
 

Gaan we de digitale vergaderingen straks missen?

In het verslag van de laatste Presidiumvergadering stelde Algemeen Secretaris Hilde Adriaenssens: "Het is daarom zeker zinvol nu alvast na te denken over hoe bepaalde zaken ook in de toekomst anders kunnen, waarbij we ons laten inspireren door de positieve ervaringen van wat nu als een noodoplossing wordt gezien."

Natuurlijk, alle leden van de Orde van den Prince konden altijd al deelnemen aan vergaderingen van andere afdelingen (als ze hun eigen reiskosten en maaltijdkosten betaalden). Dat gebeurde maar heel beperkt en vanwege voorstelbare redenen. Maar het vanuit de luie zetel digitaal kunnen volgen van welke vergadering binnen de Orde dan ook, is nu makkelijker dan ooit. PrincEzine-redactielid Louis De Troij (Antwerpen-Plantiniana) stuurde onlangs een mailtje aan de andere redactieleden. Corona heeft voor hem ook voordelen…

"Vrienden, (…) Bij het overlopen van de websites van alle afdelingen stel ik (met pijn in het hart) vast dat de helft [digitaal] nog in winterslaap verkeert. Wie schudt die mensen wakker? Maar, de menige Zoombijeenkomsten, die ik de laatste weken heb gevolgd, leren mij dat corona ook een goede kant heeft, want met haar hulp ga ik nu op bezoek bij afgelegen afdelingen en beleef ik er heerlijke momenten. De laatste vijf weken heb ik meer Princevrienden ontmoet en leren kennen dan de laatste vijf jaren. Wie had gedacht dat ik op 17 maart in de afdeling Vilvoorde Godelieve Laureys zou tegenkomen tijdens een zeer boeiende virtuele wandeling in en rond Molenbeek, waarvan het verslag een plaats verdient in PrincEzine [en ja, die wandeling heeft PrincEzine 'gehaald']. Op 8 april was ik te gast bij de Meierij, op 9 april in Keerbergen (al voor de tweede keer) voor een virtueel bezoek aan de tentoonstelling 'Kinderen van de renaissance' en op 14 april vertoef ik virtueel in Utrecht. Geweldig! Ik vrees dat ik deze manier van vergaderen later zal missen. Of neen, de vicepresident heeft gelijk: er gaat niets boven de fysieke ontmoetingen. Leve de Prince!"
 

To Zoom or not to Zoom, that is the question

Een jaar corona inspireerde redactielid Marianne van Scherpenzeel, die elke maand de 'corona-artikelen' inventariseert en samenvat voor PrincEzine, tot een terugblik.

Een jaar geleden, direct na het stilvallen van de 'gewone' bijeenkomsten wegens corona, voelden de afdelingen aan dat het nodig was contact te houden met de leden: er werd met elkaar gebeld of gemaild, er werden gedichten doorgestuurd, leden spraken in kleine groepjes af voor minibijeenkomsten (toen dat nog kon), afdelingsbesturen schreven nieuwsbrieven, en coronaboekjes zagen het licht.

Toen na de eerste golf het ergste gevaar geweken leek, organiseerden veel afdelingen alternatieve bijeenkomsten, veelal buiten: stadswandelingen, wandelingen in de natuur, bezoek aan een beeldenpark, aperitiefontmoetingen in openlucht, enzovoorts. Hier en daar werd in september onder strikte voorwaarden alweer 'ouderwets' bijeengekomen op de vaste locatie binnen, zij het voorzichtig, met afstand houden. De pret mocht niet blijven duren. De tweede golf kwam eraan.

Virtueel vergaderen of niet?

Al tamelijk snel riepen enkele afdelingen de hulp in van de techniek: zij vonden de weg naar de virtuele wereld dankzij Zoom, Google Meet of Teams, waardoor bijeenkomsten toch mogelijk werden. Oefening baart kunst: sommige afdelingen beheersen de 'Zoom-kunst' ondertussen meesterlijk! Andere afdelingen schakelden niet over op Zoom. Ze organiseren geen bijeenkomsten. Navraag leert dat men er niets voor voelt. Men vindt op die manier vergaderen vermoeiend of onnatuurlijk. Men heeft de technische know-how niet. Men hoopte dat de gewone vergaderingen snel weer zouden kunnen plaatsvinden als de corona-ellende voorbij is – want "zo lang kan dat allemaal toch niet duren". Dat dachten we in het begin inderdaad – maar dat viel behoorlijk tegen.

Wie Zoomt, trekt kijkers (uh, Zoomers)

Hoe is de situatie nu, een jaar na het begin van de pandemie? Het aantal Zoom-vergaderingen is flink toegenomen. Ongeveer de helft van de afdelingen vergadert online, sommige zelfs maandelijks. Er zijn afdelingen die een Zoom-bijeenkomst uitsluitend voor de eigen afdeling organiseren, sommige afdelingen nodigen de andere afdelingen van hun gewest uit of hun zusterafdeling, en nog andere stellen de vergaderingen open voor alle Princeleden (en ook voor gasten).

Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor de afdeling Keerbergen, waar zich voor de laatste Zoom-lezing 75 mensen hadden ingeschreven. Uiteindelijk waren 72 schermen ingelogd (met aanwezige partners was het aantal deelnemers te schatten op ongeveer 100)! Ik geef hierbij enkele interessante cijfers:

  • 27 leden van de afdeling Keerbergen aangemeld (of zo'n 75% van de leden).
  • 29 leden uit 18 verschillende afdelingen en gewesten (Aarschot, Antwerpen-Plantiniana, Antwerpen-Land van Ryen, Keulen, Kortenberg, Leuven, Leuven-Arenberg, London, Luxemburg, Mechelen, Oostende, Parijs, Prinsbisdom, Oostende, Taxandria, Tienen, Utrecht en Zwolle).
  • 17 gasten, vrienden van Prince Keerbergen.
  • 1 gast uit Bratislava (studente Neerlandistiek).

Wie wil weten welke lezing zoveel luisteraars trok, verwijs ik naar het verslag op de afdelingspagina. De volledige audio-opname is nog tot eind april te beluisteren.

Gewest Buitenland

Eenzelfde grote opkomst zien we in het gewest Buitenland. Zo waren er bijvoorbeeld meer dan 80 inschrijvingen bij de afdeling Luxemburg voor de februarilezing. De 'Zoomers' kwamen onder andere uit Kaapstad, Londen, Parijs, Keulen, Luxemburg en Extra-Muros, maar er was ook een behoorlijk aantal 'binnenlandse' belangstellenden uit Nederland en België.

Voordelen

Dat brengt ons meteen op het voordeel van Zoom-vergaderingen: je hoeft de deur niet uit. Voor wie iets verder tot zeer ver woont, over de grens bijvoorbeeld, speelt afstand niet - de grenzen zijn open! Eventueel slecht weer is geen probleem en wie niet mobiel is, hoeft niet te piekeren over vervoer. De 'zaal' is (bijna) nooit te klein, ook niet voor vele tientallen deelnemers. Die worden gewoon over een aantal schermen of 'kamers' verdeeld. En ook interessant: je kunt je spreker zelfs in Amerika gaan halen: de afdeling draait niet op voor reis- en verblijfskosten.

Hoe dan ook, 'Zoomen' lijkt dan toch een succesverhaal. Er worden in de Agenda op de website steeds meer Zoom-vergaderingen aangekondigd en er verschijnen ook steeds meer verslagen van dergelijke bijeenkomsten in Terugblik. Het is de moeite waard om er af te toe eens in te grasduinen. Ik hoorde al leden pleiten om ook in het post-coronatijdperk toch af en toe een Zoom-vergadering in te lassen, ook al kunnen we dan weer 'normaal' samenkomen – juist om bovengenoemde voordelen. Of dat ook zal gebeuren? De toekomst zal het leren…

Marianne van Scherpenzeel
 

Hoopvol 'gamajoen' gedicht

In het hierboven al genoemde nummer van de nieuwsbrief uit Twente-Achterhoek vonden we ook nog een gedicht van Jan Elsinga, kandidaat-lid van de afdeling. Het draagt als titel 'Gamajoen'. Een gamajoen is een profetische vogel uit de Russische folklore, een symbool van wijsheid en kennis. Ze leeft op een eiland in het mythische oosten, vlakbij het paradijs. Er wordt gezegd dat ze goddelijke boodschappen en profetieën verspreidt, omdat ze alles weet van de hele schepping, goden, helden en mensen. De gamajoen wordt gewoonlijk afgebeeld als een grote vogel met een vrouwenhoofd.

Het is een mooi, hoopvol gedicht – zeer geschikt om deze selectie uit Het reilen en zeilen van de Orde in coronatijd mee te besluiten.
 

Gamajoen

Vurige vogel, getooid met kleurige
Verenpracht, juist neergestreken
Op ferme twijg in het moeras.

Je klauwen, vlerken brengen evenwicht
Zo zit je hier onverschrokken en blikt naar
Wat komen gaat: de wereld in het verschiet.

Wat staat de mensheid nog te wachten
Wat ziet – vorsend – je geestesoog van verre

Is er nog hoop, want hoop doet leven
De bloesem geurt en spreekt voor zich

Jan Elsinga