Mei 2021

Nieuwsbrief 5 - mei 2021

 

 

Hoe jongeren terug aan het lezen krijgen?

De bibs klagen over minder ontleningen, andere media trekken sterk de aandacht, boekhandels kreunen (hoewel er nog veel wordt uitgegeven!).

De KULeuven heeft recent onderzocht waarom we schijnbaar uitgelezen zijn.

Het onderwijs wordt met de vinger gewezen: vroeger leerde je er de eigen taal (en andere talen) via literaire teksten. Nu is er meer nood aan communicatievaardigheden en gaat daar veel aandacht naartoe en geraakt men bagage kwijt. Praten maar geen kennis vergaren!

Er ligt ook een taak op de schouders van de ouders.

Het leesplezier moet dus gestimuleerd worden (er zijn genres genoeg), wat trouwens ook invloed heeft op onze talenkennis en op onze conversatie. (samengevat uit Sonar)

 

Is onze taal versoepeld?

Er was nogal wat heibel over een nieuwe digitale uitgave van een deel van de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS). Kranten beweerden dat de dt-regels veranderd waren, dat “dan” en “als” even goed konden gebruikt worden en dat een bijwoord zoals “heel” kon verbogen worden. Ruud Hendrickx, taaladviseur van de VRT en lid van de Orde berichtte me dat hij over deze artikelen ziedend kwaad was. “Aan de officiële schrijfwijze en aan de regels van het Nederlands verandert niets”. De verwarring is er gekomen omdat de nieuwe uitgave van ANS het taalgebruik, het Nederlands dat we spreken, volgt en dan ook beschrijft. En in dat taalgebruik, het descriptieve Nederlands in het officiële jargon, kan en kon natuurlijk veel meer. Wil je “hoger als” gebruiken, dan kan niemand je dit verbieden, maar in een officiële tekst of tijdens het Journaal op 1 kan het niet. ANS registreert en bespreekt met andere woorden het taalgebruik en volgt de evolutie ervan.

 

Plantijn

Christophe Plantin was een jonge twintiger toen hij vanuit Frankrijk naar Antwerpen verhuisde om er boeken te drukken. Antwerpen had toen reeds een wereldhaven en was een internationaal handelscentrum. We schrijven 1548: de boekdrukkunst was bijna 100 jaar jong. Plantijn zou haar kwalitatief ontwikkelen en daar veel bekendheid mee krijgen. Hij was bijvoorbeeld pionier voor het gebruik in zijn boeken van bloemenrandjes rond de tekst, iets wat naderhand door veel drukkers werd overgenomen. Hij zocht ook een goed klantenbestand uit, maakte luxe-edities en bracht vele boeken uit in het Latijn. Het was wel een woelige periode, hij is ooit zelf uit Antwerpen weggegaan, na beschuldiging dat hij een voor de Kerk te kritisch pamflet had gedrukt. Na het concilie van Trente en dus tijdens de Contrareformatie moesten er nieuwe missalen gedrukt worden en Plantijn slaagde erin de exclusiviteit voor de Nederlanden te krijgen. Zijn bekendste uitgave is nochtans de polyglotbijbel, in vijf talen en acht delen. De opdracht kwam van Filips II, die 1200 exemplaren wilde. Spanje, waar de boekdrukkunst maar lamentabel was in die tijd, werd de beste klant. De drukkerij bleef bestaan tot 1876

De 500e verjaardag van zijn geboorte zal niet ongemerkt voorbijgaan. Zeker niet als dat afhangt van de investeringsmaatschappij De Eik van de familie van Waeyenbergh, die een belangrijke collectie werken gedrukt door Plantijn in bezit heeft. Op hun initiatief komt er een boek A century of Typographical excellence: Christophe Plantin and the Officina Plantiniana, en een tentoonstelling in de Bibliothèque Mazarine in Parijs (vanaf 19 november). Ook het Antwerpse Museum Plantin-Moretus bereidt een expo voor. Voor hen is een boek een designvoorwerp. Wie spreekt hen tegen? (samengevat uit De Standaard Weekblad).

 

Bezette stad

We hadden het in een vorige nieuwsbrief reeds over Van Ostayens meesterwerk Bezette stad. Originele edities halen hoge prijzen (laatst nog 2500 €!), andere zijn gedrukt in een kleiner formaat of in zwart-wit. Er is nu opnieuw een facsimile-editie in het oorspronkelijke formaat en in kleur, uitgegeven door uitgeverij Boom.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bonaparte

Op 5 mei zal Napoleon Bonaparte 200 jaar dood zijn. Over Frankrijks beroemdste telg werden zo’n 85000 boeken uitgegeven (Johan Op de Beeck schreef er zes van), tal van schilders hebben hem onvergetelijk afgebeeld. Maar is het wel de moeite hem te herdenken?

Ik haal een paar redenen tot (niet) vieren uit een artikel opnieuw uit De Standaard Weekblad:

  • Voor Frankrijk kwam hij precies op tijd: de revolutie was ontspoord, er was een burgeroorlog op til, de royalisten roken hun kans.
  • Maar: Napoleon de Veroveraar heeft ook miljoenen mensenlevens op zijn geweten, en gaf aan de vrouwen in zijn Code Napoleon een tweederangspositie. Hij voerde op vraag van de Engelsen ook de slavenhandel terug in in de koloniën. Hij kreeg ook dictatoriale neigingen naderhand.
  • Op praktisch vlak was hij een genie: we danken aan hem de eerste vaccinaties, straatverlichting, trottoirs, huisnummers
  • Zonder Napoleon ook geen modern onderwijs, geen hof van assisen, geen nationale bank, geen raad van state, geen burgerlijk wetboek. Hij liet zich trouwens omringen door getalenteerde mensen.
  • Met de kerk maakte hij een overeenkomst die voorzag dat de staat de clerus betaalde.
  • Een ambigue en complexe persoon, moeilijk voor een eindoordeel !

Er komt een grote tentoonstelling over de Keizer in La Villette te Parijs. Bij ons is er een expo in het Guilleminstation van Luik. Er komt ook een film, met Joaquin Phoenix als Napoleon, en met Ridley Scott als regisseur.

Aan “petit Napoleon” Macron de twijfelachtige eer de herdenking te leiden;

En nu de vraag : waarom is er geen Napoleon II geweest, wel Napoleon III?

Kollwitz

Ik voldoe graag aan het verzoek van Ordelid Erwin Joos om te melden dat in het Museum de Reede te Antwerpen tot 19.7 (vr-ma 11-17 u) een tentoonstelling van zo’n 55 werken te zien is van de beroemde kunstenares Käthe Kollwitz. Vooral haar Treurend echtpaar op de begraafplaats van Vladslo is bekend. Kollwitz verloor 2 familieleden tijdens 2 wereldoorlogen. Vooral grafisch werk wordt getoond, met meer dan verwijzingen naar het treurend echtpaar.

Zit er een boek in u?

De coronacrisis zet de schrijver in ons aan om een boek te schrijven, zo blijkt. Uitgevers worden overstelpt met manuscripten, in die mate dat velen onder hen daaraan een stop aan hebben toegeroepen. Nochtans, volgens een oud Chinees gezegde behoort een mens in zijn leven vier dingen te doen: een kind krijgen, een huis bouwen, een boom planten, een boek schrijven.

Maar opgelet: voor je begint zijn hier een paar raadgevingen van uitgever Paul Sebes, opgetekend in De Standaard der Letteren: “Om te beginnen is een lange aanloop nodig: veel boeken lezen, boeken over schrijven lezen, nadenken over structuur, stijl, spanningsopbouw, plot, perspectief, personages, tempo, variatie … Het is niet zomaar gaan zitten en woord na woord op papier zetten. Een boek vereist innerlijke noodzaak, urgentie. De schrijver kàn niet anders dan het boek schrijven. Vooral echter is een boek een ingewikkelde constructie die serieuze voorbereiding vergt: je moet een schema maken, tijdlijnen uitwerken, personages beschrijven en leren kennen, een verteltoon vinden.”

Sebes besluit: “Als, tot slot, uw manuscript heel goed is, kan je overwegen een uitgever te benaderen. En dan bent u natuurlijk van harte welkom”. Met andere woorden, de uitgeversdeur staat (nog steeds) op een kier: wie het schoentje past …..

 

Nederlands leren als prof

In het nieuwe onderwijsdecreet van Ben Weyts (binnenkort ter stemming) staat dat anderstalige docenten aan univ of hogeschool verplicht Nederlands moeten leren. Ze hebben daarvoor vijf jaar de tijd. Dan volgt een evaluatie die tot gevolg kan hebben dat wie niet het taalniveau B2 haalt niet langer zal mogen doceren. Eigenlijk bestond de maatregel al vroeger maar was die een beetje vrijblijvend. (uit De Standaard, 22.4)

Theo