"Weet je het al? Eline is dood…"

Eline Vere, Couperus’ bekendste werk, staat in de canon van de Nederlandstalige literatuur en is lange tijd een verplicht nummer geweest op de literatuurlijsten van middelbare scholen. Toen het verscheen als feuilleton in een Haagse krant in 1888 was het enorm populair, ook door de beschrijvingen van Den Haag en van modieuze Haagse meisjes uit die tijd. Voor middelbare scholieren in 2021 is het boek nauwelijks meer te begrijpen omdat ze niet op de hoogte zijn van de mode, het denken en de sociale omgangsvormen in het fin de siècle. Annette van Dijk, neerlandica, theologe en lid van de afdeling Twente-Achterhoek, sprak vorige maand bij de afdeling Apeldoorn (en eerder ook al bij haar eigen afdeling) over de negentiende-eeuwse bestseller.

 

Toen Annette van Dijk zestien was, las ze Eline Vere voor het eerst. Ze kon er geen kant mee op. Ze wilde Nederlands studeren en las daarom op school braaf alle verplichte boeken, maar achteraf moest ze constateren dat ze van het merendeel ervan toen geen barst begrepen heeft. Dat gold ook voor Eline Vere, de debuutroman van Louis Couperus. Het boek werd in vier maanden geschreven door de toen 24-jarige auteur. Het verscheen tussen 17 juni en 4 december 1888 als feuilleton in de Haagse krant Het Vaderland en werd door iedereen gelezen. Op de dag van de laatste aflevering hoorde men in de Haagse tram mensen zelfs tegen elkaar zeggen: "Weet je het al? Eline is dood." In 1889 verscheen Eline Vere als boek. Het werd een bestseller.

Couperus koos voor de roman een op het oog simpel gegeven: de verwikkelingen rond een aantal gegoede Haagse families. Hij kende dat milieu goed en het kostte hem geen moeite er een levendig beeld van te schetsen. Het ging om een samenleving van 'ons soort mensen': de rijke Haagse elite. Iemand die er niet bij hoort, werd met argwaan bekeken of zelfs genegeerd. Ze ontmoetten elkaar bij soirees of diners, gingen samen naar de schouwburg, de opera of – op zomerse dagen – in hun rijtuig naar Scheveningen. Vooral de dames vulden voornamelijk op die manier hun overvloedige vrije tijd.

Hoofdpersoon

Hoofdpersoon is de mooie, behaagzieke en enigszins raadselachtige Eline Vere. Zij is wees en woont bij haar zus Betsy en zwager Henk van Raat. Zij lijkt, behalve door het feit dat zij goed kan zingen, in niets te verschillen van andere jonge vrouwen van haar milieu, maar ze is vaak triest en ontevreden en wil dan het liefst aan de Haagse wereld ontsnappen. Deels is dit een door populaire romannetjes geïnspireerd verlangen, maar het heeft ook te maken met het besef dat zij haar eigen leven niet kan sturen en dat alles door het noodlot wordt bepaald. Het ene moment doet Eline daarom lijdzaam wat er van haar wordt verwacht, het andere probeert ze zich te verzetten. Zo maakt ze, heel anders dan gebruikelijk was, ruzie in het openbaar, verbreekt ze een verloving, misdraagt ze zich aan een officieel diner, loopt ze ’s nachts alleen door de stad en gaat ze om met mensen die niet van haar coterie zijn.

Morfine

Wie wil weten waarom Eline haar verloving afbreekt, hoe ze bij een Amerikaan terechtkomt en hoe een overdosis morfine haar fataal werd, kan terecht bij de integrale tekst van de lezing. Er wordt door Annette van Dijk ook uitgebreid ingegaan op Couperus' schrijfstijl, het Den Haag van het eind van de negentiende eeuw, de etiquette van toen, het naturalisme, kritiek van dominees op het boek, het recente boek Eline Vere bij de psychiater, de verfilming van het verhaal en wat het boek nu nog voor ons kan betekenen.


Louis Couperus, zoals getekend door Jan Veth in 1892 (Wikipedia)