Mechelen vaart en viert met 'veerman' Verhaeren

Zestig jaar Prince, dat vierde Heerlickheyt Mechelen al eind april, met een evenement rond Cyriel Buysses boek Het Gezin van Paemel. Eind oktober werd dit lustrum met een origineel ledenfeest sfeervol afgesloten. Een ooggetuigenverslag van een boottocht over Dijle, Rupel en Schelde en een bezoek aan het museum over de schrijver Emile Verhaeren.
 

Het zou slecht weer worden op zaterdag 21 oktober. Regenkans honderd procent. Wind krachtig. Waterpeil hoog. Maar we lieten ons niet omverblazen.

Gewapend met pull en paraplu gingen we aan boord van de tweedekker Mozart, die aangemeerd lag aan het keerdok van de oude Dijle-arm in Mechelen. Hoewel wat aarzelend brak de zon door in een decor van witte wolken en een blauwe hemel.

 

 

Sluizen

Het duurde niet lang of het dek liep vol met enthousiastelingen, in afwachting van de opening van de sluizen. Daarna zetten we koers naar het Zennegat, waar de Zenne, de Dijle en het kanaal Leuven-Dijle samenvloeien.

Na nog ongeveer één kilometer de Dijle gevolgd te hebben, kwamen we op de Rupel bij de samenvloeiing met de Nete ter hoogte van Heindonk en Rumst. De Rupel mondt uit in de Schelde, waarover we naar St.-Amands en uiteindelijk zelfs naar Antwerpen voeren. Met zicht op de verlichte Antwerpse kathedraal maakte de boot rechtsomkeer en voeren we terug naar Temse.

Na een eenvoudige broodjeslunch vertelde Herman Bosmans ons onderweg wetenswaardigheden over dat Zennegat, de baksteenindustrie van de Rupelstreek, de oude en nieuwe zeesluizen in Wintam, de brug en de Boelwerf van Temse, het kasteel van Marnix van Sint-Aldegonde, de schrijver Filip De Pillecyn en het dorpje Mariekerke.
 

Emile Verhaeren

Hoe kun je het zestig jaar bestaan van de Mechelse Orde van den Prince onder elkaar beter vieren dan met de boot de majestueuze Schelde op te varen en er in een van de prachtigste bochten stil te staan bij de schrijver Emile Verhaeren, die er begraven ligt?

We kregen de eer om de avant-première bij te wonen van een nieuwe tentoonstelling over Emile Verhaeren in het gelijknamige museum te Sint-Amands. Conservator Rik Hemmerijckx pikte ons op aan het standbeeld van de veerman. Hij leidde ons via de tombe van de meester van de Scheldepoëzie naar 'zijn' museum. Wij kregen een toelichting en bezochten de expo Emile Verhaeren: portretten en vertalingen, nog te bezoeken tot 26 november 2023.

 

 

Schrijversgeneratie

Emile Verhaeren (1855-1916) was én is het uithangbord van een Vlaamse schrijversgeneratie die meer dan een eeuw geleden in het Frans de lof van het landelijke Vlaanderen bezong. In die zin kan je hem vergelijken met die andere grote Belg, Jacques Brel, en zijn onsterfelijk chansons Laat me niet alleen en Marieke.

Brel zong een enkele keer ook in het Nederlands, terwijl Verhaeren altijd in het Frans dichtte. Hij volgde weliswaar de basisschool in 'zijn' Sint-Amands in het Nederlands, maar verkaste vanaf zijn twaalfde naar Brussel en Gent, waar hij in het Frans les kreeg.

Toen hij zijn Luikse vrouw leerde kennen en zijn literaire ster in het zenit stond, verhuisde hij in 1898 naar Parijs, waar hij internationaal furore maakte.
 

28 talen

In het Verhaerenmuseum getuigen de vertalingen van zijn poëzie in 28 talen van die internationale naam en faam. De mix van mededogen voor zijn geboortestreek en haar proletarische bewoners enerzijds en een zangerigheid die aan Paul Verlaine doet denken anderzijds, sloeg sterk aan in Rusland, China, Japan en zelfs in Oekraïne, zo bleek.

In het Nederlands zijn er vertalingen van onder anderen Stefaan van den Bremt, Benno Barnard en Koen Stassijns (zie hier beneden). In Duitsland was Stefan Zweig zijn wegbereider.

Iedereen gunde hem de Nobelprijs voor Literatuur, die in 1911 werd toegekend aan zijn Gentse vriend Maurice Maeterlinck, die eveneens in het Frans schreef.
 

Praalgraf

Toen we na het museumbezoek de boot opzochten, werden we weemoedig van de verzen die op zijn praalgraf prijken:
 

Schelde,
Wilde en mooie Schelde,
De hele gloed
Van mijn taaie, dreigend zwaaiende jeugd, deed jij voorgoed
Ontvlammen in een stralenvloed.

 

Verhaeren zou op 61-jarige leeftijd bij een dom treinongeval op het perron in Rouen overlijden. Wij, feestelijke Prince-zestigers, 'ontvlamden in een stralenvloed', die ons op de 'dreigend zwaaiende' golven van de Schelde jeugdig deed uitkijken naar ons zeventigjarig jubileum straks.
 

Feestrede

Eenmaal terug op de boot hadden we extra stof om de geanimeerde gesprekken voort te zetten en er, met een glaasje in de hand, een gezellig feestje van te maken.

In zijn feestrede strooide voorzitter Bernard Sintobin met namen en anekdotes: de stichters van de afdeling, de top tien van Prince-anciënniteit, bekende Vlamingen in onze afdeling, familiale stambomen, vrouwen als lid (1999!) en als voorzitter (2007!), de negentien voorzitters, de leden die nationale en gewestelijke verantwoordlijkheid opnamen, Nederlanders in onze afdeling, ...

Hij kruidde zijn rede met spitse citaten van bestuurders en leden met betrekking tot absenteïsme, ledenbijdragen, culinaire geneugten en uiteraard de amicitia.

 

 

Vriendschap

We toostten op die vriendschap, op de Prince, op Heerlickheyt Mechelen en op een 'heerlicke' toekomst voor de afdeling. Zoals het op een lustrum past, was het buffet overvloedig en vloeide de drank rijkelijk.

Aansluitend liet dj Johan Buttiens nostalgische muziek los op het gezelschap en binnen de kortste tijd hadden verschillende leden de dansmicrobe te pakken. Het was niet alleen mooi, maar ook uniek, die zeemansbeentjes in de kajuit van de 'Mozart' omgetoverd te zien in dansbeentjes.

In Temse bracht een bus ons naar onze thuishaven Mechelen. Na zestig jaar houden we scone vaart!
 

Erika Fieuws, Frank Hellemans en Bernard Sintobin

 

Terug naar de PrincEzine (op de website)? Klik hier.