De geschiedenis van de fotografie

In 205 jaar is de fotografie geëvolueerd van koperplaat naar glasplaat en via celluloid naar een digitale chip. Fotografe Karen Wijdicks belichtte eerder dit jaar in een lezing voor haar Bredase afdeling de geschiedenis van de fotografie, met speciale focus op de beginjaren. Wie 'ontdekte' de fotografie? Wat was het 'gouden tijdperk' van de fotografen? Wat is het 'oog van de fotograaf'?

Het waren drie Fransmannen en een Engelsman die in de eerste helft van de 19e eeuw experimenteerden met zilverchloride en licht om foto’s te maken. Joseph Niépce produceerde de eerste foto na een belichtingstijd van bijna acht uur. Louis Daguerre hoorde van deze experimenten en zocht toenadering. Niépce en Daguerre zijn uiteindelijk gaan samenwerken, totdat Niépce in 1833 plotseling overleed en Daguerre alleen verder experimenteerde. Hij ontwikkelde het daguerreotype. Hippolyte Bayard was ook een pionier in de geschiedenis van de fotografie. Hij is de miskende uitvinder van de fotografie aangezien hij bij de verkeerde mensen aanklopte en te laat zijn uitvinding publiekelijk maakte. Hij was wel de eerste die een openbare fototentoonstelling organiseerde in 1839.
 


De allereerste foto ooit.

 


                                                                                                                                       


Een zelfportret van Hippolyte Bayard.

 

Negatiefproces

De Engelsman William Talbot geldt als de uitvinder van het negatiefproces, dat meerdere afdrukken van een foto mogelijk maakte. Pas na de dood van Daguerre kreeg Talbot de erkenning die hij verdiende. Hij gold als de vader van de fotografie, totdat de digitale fotografie zijn intrede deed. De eerste foto's van de stad Amsterdam zijn in 1857 gemaakt door de Engelsman Benjamin Brecknell Turner. Hij heeft er maar zestien gemaakt, aangezien het een zwaar, ingewikkeld en tijdrovend proces was. Maar alle zestien glasplaten zijn bewaard gebleven en het stadsarchief van Amsterdam heeft drie originele foto's in haar bezit.
 


De allereerste negatieffoto van William Talbot.
 

Palestina

De eerste Nederlander, die met een camera naar het buitenland reisde, was Louis Heldring. Dominee Heldring reisde met zijn gezelschap naar Palestina en maakte daar meer dan 160 foto's. Die zijn nooit gepubliceerd omdat foto's afdrukken in een boek met de hand moest gebeuren, bladzijde voor bladzijde, hetgeen een tijdrovend werk was. Maar hij plakte de reisfoto's in het boek Reisindrukken in het Oosten en gaf ieder van zijn drie kinderen een exemplaar met de ingeplakte foto's.
 


 

Tien kilo

De eerste camera’s waren groot en zwaar, soms wel meer dan tien kilo. Als je als fotograaf op pad ging, dan sjouwde je niet alleen je camera, maar ook statieven, lenzen, dozen met chemicaliën, flessen water, zakken voor de glasplaten, alsook een tent om ter plekke de foto's te ontwikkelen. Daarom liepen de fotografen met een grote kar of zelfs met een wagen om alle spullen te vervoeren. Naarmate de techniek vorderde, werden de camera’s kleiner en hanteerbaar, totdat George Eastman met de kleine Kodak op de markt kwam. Het was een doosje met ingebouwde lens en als je aan het sleuteltje draaide, verschoof het belichte negatief op om plaats te maken voor de volgende om belicht te worden. Vanaf een afstand van één meter waren de foto’s scherp.

  

Verkoop

Drie fotografen waren in de periode 1835-1870 zeer succesvol met de verkoop van de foto’s die ze op hun reizen hadden gemaakt: Francis Frith in Egypte, Palestina en Syrië, Louis-Auguste Bisson in de Alpen en Samuel Bourne in India, waar hij in zes jaar tijd meer dan 2200 foto’s maakte. De fotografie was een westerse uitvinding, die in de eerste jaren alleen door westerlingen werd beoefend. De verspreiding van de fotografie verliep vanuit het westen over de rest van de wereld voornamelijk via de stoomvaartroutes. De ene westerse uitvinding liftte mee op de andere. Het waren dan ook de landen met havens langs die route, die het eerst gefotografeerd werden: India in 1839, Egypte, Nederlands-Indië en Turkije in 1840, Singapore in 1841. Japan volgde relatief laat, in 1853, omdat het zijn havens pas laat, mondjesmaat, openstelden voor buitenlandse schepen.

Privacywet

Door de opkomst van de fotografie en de wijdverbreide circulatie van kranten, maakten de advocaten Warren en Brandeis in 1890 van deze gelegenheid gebruik om de eerste 'Privacywet' te schrijven om de praktijken van journalisten van hun tijd te veroordelen, met name gericht op de roddelpagina’s over de samenleving. Deze wet is gebaseerd op hun "diepgewortelde afschuw van de inbreuken op de sociale privacy", waarbij dat recht wordt uitgedrukt als een "recht om met rust te worden gelaten".

Boeken

In de eerst jaren van de fotografie waren foto’s in boeken zeer zeldzaam. Als er al boeken met foto’s gemaakt werden, moesten de foto’s stuk voor stuk met de hand afgedrukt worden. Daardoor bleef de oplage vaak beperkt en bereikte het een publiek van uiterst bescheiden omvang. Pas rond 1900 was de techniek om foto’s af te drukken in kranten en tijdschriften zo vergevorderd, dat de verspreiding van foto’s een grote sprong voorwaarts nam. In de geïllustreerde pers werden de teksten gereduceerd tot niet meer dan een bijschrift of een beknopte toelichting. De foto’s vertelden het verhaal.

Gouden tijdperk

De periode tussen 1925-1970 geldt als het gouden tijdperk voor de fotografen. Velen danken hun bekendheid aan de publicatie in deze bladen, zoals Robert Capa, Eugene Smith en Ansel Adams. Na 1970 werden deze bladen, zoals het Amerikaanse Life, het Franse VU en de Engelse Picture Post, uiteindelijk door de televisie verdrongen en verminderde de oplage aanzienlijk of werden de bladen opgeheven. Life hield op te bestaan als weekblad in 1972, maar kwam terug als maandblad in 1978. Uiteindelijk hield Life op te bestaan in 2000.
 


Een van de meest bekende foto's van Robert Capa:
de stervende militieman in de Spaanse Burgeroorlog.

Israël Kiek

Een bekende Nederlandse portretfotograaf was Israël Kiek (1811-1899) woonachtig te Leiden. Hij is vooral bekend geworden door zijn groepsfoto’s van studenten. Dat is niet zozeer te danken aan zijn grafische kwaliteiten, maar aan het spontane karakter van de zelfbedachte opstelling: studenten op een trap of in de dakgoot van het studentenhuis of met gekke bekken van dichtbij. Dergelijke prenten werden vaak in het holst van de nacht gemaakt, nadat Kiek door een dronken student uit bed was geroepen. Dat is wellicht de reden voor de vaagheid en de kennelijke haast waarmee deze 'kiekjes' gemaakt zijn. Kiek hield niet van die studentenplaatjes en maakte de foto’s met de rug gekeerd naar de loltrappende dronken studenten.
 

Nederlandse fotografen

Andere bekende Nederlandse fotografen van 1900 tot vandaag zijn: Katharina Behrend, George Hendrik Breitner, Petrus van Haaren, Eva Maria Bresnyö, Carel Blazer, Emmy Andriesse, Maria Austria, Krijn Taconis, Paul Huf, Dolf Toussaint, Ed van Elsken, Nico Koster, Hans Aarsman, Anton Corbijn en Erwin Olaf. Een kleine toelichting op Breitner, die we vooral kennen van zijn schilderijen. Dat George Breitner fotografeerde, was tijdens zijn leven slechts in kleine kring bekend. Het was in die tijd nog een taboe om als schilder en kunstenaar een foto als basis voor een schilderij te nemen. Toch werd het ook gedaan door andere meesters, zoals Manet, Degas en Toulouse-Lautrec. Hun werken vertonen vaak een zekere mate van 'fotografisch realisme' door vreemde afsnijdingen en composities. Breitner gebruikte de foto’s als studiemateriaal, maar daarnaast had hij plezier in het fotograferen. Pas in 1961, bijna 40 jaar na zijn dood, trof men in het archief van de kunsthandel Buffa in Amsterdam meer dan 2000 negatieven en 300 afdrukken van zijn foto’s aan.
 

Een foto van George Hendrik Breitner

 

Smaak

Ansel Adams zei dat een goede foto afhangt van de plaats waar je staat. Maar het hangt ook af van het oog van de fotograaf, hoe de fotograaf de wereld ziet, wat zijn/haar voorkeur heeft, de camera, de lichtinval, de techniek en alle externe elementen die de compositie en het moment beïnvloeden. Een goede foto is daarnaast ook afhankelijk van de kijker... want over smaak valt niet te twisten.

Karen Wijdicks
Afdeling Breda

Tijdens de lezing van Karen Wijdicks werden meer foto's getoond, maar vanwege copyrightbeperkingen kunnen die niet op de website gepubliceerd worden.