Studiedag Neerlandistiek in Boedapest, Hongarije op 11 april 2022

Openingslezing door Orsolya Réthelyi (ELTE) op 11 april 2022

Dames en heren, beste vrienden, studenten en collega’s,

De drie vakgroepen Neerlandistiek in Hongarije organiseren al meer dan 20 jaar jaarlijks studiedagen Neerlandistiek; deze rouleren tussen de vakgroepen. Vorig academiejaar was de ELTE aan de beurt, maar toen hebben we de Studiedag moeten uitstellen vanwege de COVID-pandemie. We zijn heel blij om alsnog samen met jullie allemaal het feest van Neerlandistiek in Hongarije vandaag. te kunnen vieren Ik open hiermee de 22ste studiedag Neerlandistiek in Hongarije, met de titel 'Klinkende woorden: Poëzie en spoken word door de eeuwen heen '. 

          Ik wil u allemaal welkom heten op deze dag: een heel hartelijke welkom aan onze drie gastsprekers, Babs Gons, Kila van der Starre en Frank Willaert. Ook een hartelijk welkom aan de heer Efstathios Andreou, Plaatsvervangend Chef de Poste, van de Nederlandse ambassade in Boedapest, en mevrouw Zsuzsanna Lénárt kantoorhoofd bij de Vlaamse vertegenwoordiging in Boedapest. Een heel hartelijk welkom aan de docenten en studenten Neerlandistiek van de andere twee universiteiten, de Károli Gáspár Protestantse Universiteit en de Debrecen Universiteit, we zijn heel blij dat jullie er zijn. En natuurlijk ook de studenten en docenten van de ELTE, die deze dag georganiseerd hebben, en ook alle andere gasten. Alleen al dat we weer bij elkaar kunnen komen na deze lange COVID maanden is een reden om feest te vieren, welkom allemaal!

            Niet alleen wil ik jullie welkom heten, maar ik wil jullie ook bedanken. Onze gastsprekers omdat ze de tijd en moeite hebben genomen om naar Boedapest te vliegen om onze Studiedag luister te geven, en vóór ons, en samen mét ons woorden te laten klinken. Ik wil alle organisaties en instanties van harte bedanken die financieel bijgedragen hebben aan deze studiedag. Wij zijn de Nederlandse Taalunie, de Ambassade van het Koninkrijk Nederland, de Vlaamse vertegenwoordiging, de Orde van den Prince afdeling Arnhem, het Nederlandse Letterenfonds, de Stichting Pro Nederlandistica, de ELTE en de IBM zeer dankbaar dat ze dit allemaal mogelijk hebben gemaakt. Ik wil mijn collega’s en onze studenten-assistenten van harte bedanken die al weken bezig zijn met de organisatie van deze dag en heel veel gedaan hebben om alles soepel te laten verlopen. En ik wil ook ons publiek bedanken dat ze hierheen gekomen zijn om samen Neerlandistiek in Hongarije te vieren, iets dat ons bindt.   

Vandaag is een bijzondere dag. Op 11 april vieren wij in Hongarije de Dag van de Poëzie – A költészet napja, sinds 1964 al. Deze dag werd gekozen omdat 11 april de geboortedag is van Attila József, een van grootste Hongaarse dichters van de 20ste eeuw. Jullie kunnen ook één van zijn gedichten in beide talen lezen op de poëzieaffiches die we in dit gebouw overal opgehangen hebben om de Dag van de Poëzie te vieren: Hongaarse gedichten in het Nederlands en gedichten van Nederlandse en Vlaamse auteurs in het Hongaars. Het is heel toepasselijk dus om op deze dag onze poëticale studiedag te organiseren en geeft nog een reden om te vieren. Liefde voor poëzie, nog iets dat ons bindt. 

Maar er zijn ook sterke redenen om vandaag en in deze weken en maanden alle feestelijkheden te staken. Een gruwelijke oorlog woedt in ons buurland Oekraïne die duizenden slachtoffers heeft gemaakt en waardoor miljoenen hebben moeten vluchten en hun thuis en alle bezittingen achter hebben moeten laten. In plaats van vieren zouden we moeten rouwen voor de doden, de onschuldige burgerslachtoffers, de gefolterden en de vernederden. Inter arma silent leges, ‘onder het wapengeweld zwijgen de wetten’ schreef ooit Cicero, en zijn woorden worden elke dag bevestigd als wij de kranten openslaan en lezen wat er enkele honderd kilometers van ons vandaan gebeurt. Maar onder wapengeweld zwijgt de poëzie niet en dat geeft misschien toch een reden om hier samen te zijn en de kracht van poëzie te vieren. 

De kracht van de poëzie, daar wil ik iets over vertellen. Op 17 augustus 1944 schreef de Hongaars-Joodse dichter Miklós Radnóti een gedicht met de titel A la recherche…, waarin hij een weemoedige herinnering oproept aan gelukkige jaren, dichters en kunstenaars en mooie vrouwen, vrolijk drinkend en dichtend onder de linden in de heuvels van Buda. Zijn werkelijkheid was heel anders dan de herinneringen. Hij zat toen in Servië, opgesloten in een lager met duizenden andere dwangarbeiders waar ze zwaar werk moesten verrichten in de kopermijnen. Drie maanden later zou hij neergeschoten  worden door zijn eigen Hongaarse landgenoten en in een massagraf worden gegooid, waar ook dit gedicht anderhalf jaar later ontdekt zou worden in het klein schriftje dat hij bij zich had bij zijn dood.  Met de eerste twee strofen van dit gedicht – vertaald door Arjaan van Nimwegen en mezelf – wil ik de slachtoffers van Oekraïne gedenken en de kracht van poëzie vieren.  

Miklós Radnóti: À LA RECHERCHE...

Tedere avonden, zo lang geleden, gerijpt tot herinnering,

in de gelauwerde kring van de dichters en jeugdige vrouwen,

stralende tafel – waar glijd je toch heen op het slib van de tijden?

Waar is die nacht toch gebleven toen wij als kwikzilveren vrienden

lieflijke gloedvolle wijn dronken, sprankelend in ranke glazen?

 

Zo rankten lichtgroene verzen daar op, in de gloed van de lampen,

dansten op kantwerk van voetmaten sierlijke woorden en beelden,

doden die leefden, gevangenen thuis, de verdwenen, zo dierbare

vrienden, ze schreven gedichten, ze zijn nu gevallen, de aarde

van Spanje, van Vlaanderen, van Oekraïne weegt zwaar op hun hart.

 

Tijdens de Studiedag verzamelen we geld voor de Pop-up School ELTE, georganiseerd hier aan onze universiteit door de Duitse lector van ons Instituut, Kristina Kocyba, waar Oekraïense kinderen onderwijs krijgen van Oekraïense leerkrachten en ELTE-vrijwilligers. Deze collectebus met de Oekraïense vlag zal in de pauzes naast de koffietafel staan, we hopen dat jullie hun werk ook met een financiële bijdrage willen steunen. 

Graag wil ik mijn toespraak met enkele praktische mededelingen afsluiten. Wij gaan na de opening direct door met de drie lezingen van onze gastsprekers. Daarna wordt er lunch geserveerd in de hal op de eerste verdieping. Om één uur gaan we verder met de workshops van Babs Gons, hier in dit lokaal, en van Kila van der Starre in lokaal 112 op de eerste verdieping. De poëticale producten van de workshops, gedichten, spoken word, maar ook andere bijdragen – gedicht, toneel, lied – zullen we laten klinken op het open podium hier in dit lokaal vanaf half drie. Na een koffiepauze is de aankondiging van de Hongaarstalige literatuurgeschiedenis waar Hongaarse Neerlandici van de drie vakgroepen al zeven jaar aan werken. Dat wordt gevolgd door  de uitreiking van de prijs Pro Nederlandistica Hungariae aan Anna Sándor. We sluiten de dag af met een borrel.

Ik wens u allen een feestelijke viering van Neerlandistiek in Hongarije en de kracht van poëzie!

 

Babs Gons is dichter, schrijver, docent en spoken word-performer. Ze staat bekend als "de koningin van de spoken word" en is columnist voor Het Parool. Ze is in 2021/2022 de Vrije Schrijver van de Vrije Universiteit en lid van de Akademie der Kunsten. Haar meest recente dichtbundel Doe het toch maar uit 2021 is genomineerd voor de Herman de Coninckprijs. 

Kila van der Starre is literatuurwetenschapper en neerlandicus aan de Universiteit Utrecht en werkzaam als freelance academicus en poëziecriticus. In 2021 verdedigde ze haar proefschrift Poëzie buiten het boek. De circulatie en het gebruik van poëzie. Samen met Babette Zijlstra gaf ze in 2018 het poëzie-doe-boek woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila&Babsie uit. 

Frank Willaert is emeritus-hoogleraar Middelnederlandse letterkunde aan de Universiteit Antwerpen en lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren. Hij publiceert vooral over middeleeuwse mystiek en lyriek. Zijn meest recente boek is Het Nederlandse liefdeslied in de middeleeuwen (2021). 

 

behoort tot het gewest Oost-Nederland dat zeven afdelingen omvat :