Jeugdrechter tussen Rode Neuzen en Warmste Weken - Herman Dams

Jeugdrechter tussen Rode Neuzen en Warmste Weken

Terugblik

Naar deze activiteit werd met veel spanning uitgekeken. Uiteraard omwille van de spreker en het onderwerp, maar ook omdat we deze avond fysiek mochten organiseren in een zittingzaal van het Vlinderpaleis. Hartelijk dank aan Herman, die dat voor elkaar kreeg! De 23 aanwezigen genoten zichtbaar van de ontmoeting, op een veilige afstand van elkaar en zonder samenscholing ...

Herman Dams is geen onbekende voor ons, toch even een overzicht van zijn loopbaan.

Gestart als advocaat, na 24 jaar parketmagistraat benoemd als rechter.  

De laatste vier jaar ziet hij als jeugdrechter een trend van toenemende agressie binnen het gezin. De status van het gezin als bouwsteen van onze maatschappij dreigt af te brokkelen. Waar worden « probleemkinderen » opgevoed?

De jeugdrechter zal in eerste instantie jongeren doorverwijzen naar de vrijwillige hulpverlening, meestal een begeleiding van de jongere en het gezin. Enkel indien de ouders dit weigeren komt het dossier voor de jeugdrechtbank (die behoort tot de rechtbank van eerste aanleg). In ongeveer 15% van de gevallen betreft het een jeugddelict (diefstallen, sextingmisbruik, ..). Hier is de jongere de dader, de feitenpleger, in het jargon een MOF.

In 85% van de gevallen is de jongere het slachtoffer van een verontrustende opvoedingssituatie (VOS).

Het decreet integrale jeugdhulp bepaalt de rechtspositie van de minderjarige. In de acht kamers van het Antwerpse district staan er vandaag 3747 minderjarigen onder toezicht van de jeugdrechter.  62% onder hen zijn jongens.  Meestal wonen ze in de kansarme wijken, daar waar de grootste bevolkingstoename is.

Om de werking van de jeugdrechtbank beter te begrijpen geeft Herman ons een inzicht in de begrippen jeugddelict en het strafrecht. Een jongere kan enkel feiten plegen, deze worden niet beschouwd als een misdrijf. Immers pas vanaf de leeftijd van 12 jaar krijgen jongeren een schuldinzicht. Er hangt dus ook geen gevangenisstraf aan vast. Naast de ernst van de feiten wordt er vooral gekeken naar de context. Hermans werkplek situeert zich voornamelijk in zijn kantoor.  Daar ontvangt hij de minderjarige met zijn ouders.  Wanneer deze ouders na het gesprek hun kind vermanen dan is het gezin een goede omgeving voor de jongere. Deze mag naar huis, krijgt een straf en wordt verder begeleid. Wanneer het kind, noch de ouders enige interesse betonen wordt de minderjarige geplaatst in een jeugdinstelling.  Zeer zware feiten, bijvoorbeeld een handtasdiefstal gepaard met geweld, worden zeer ernstig genomen. Wanneer delicten in groep gebeuren spreekt men van mededaderschap. In extreme gevallen wordt de delict doorverwezen naar de gewone rechtbank.

Herman maakt zich zorgen over de evolutie binnen onze maatschappij.

Hij vergelijkt deze problematiek met lekkende kranen en dweilen en emmers (=politiediensten).

Problemen van druggebruik, veelplegers, schoolverlaters, seksueel grensoverschrijdend gedrag, draaideurkriminelen zijn meestal terug te brengen naar de thuissituatie, de houding van de ouders.

De vraag stelt zich of we niet beter de kraan dichtdraaien, door te zien hoe ouders meer verantwoordelijkheid kunnen nemen, bijvoorbeeld bij echtscheidingen, die een zware impact hebben op het lot van de minderjarigen.

Herman wijst ons op de opkomst van beschavingen, maar ook de neergang ervan. Houdt onze beschaving langer stand dan de Egyptische, de Romeinse?

In de lente van onze maatschappij kenden we in 1789 de verlichting, met het ontstaan van de parlementaire democratie, wetgeving, een eerder patriarchale maatschappij.

De zomer kenden we rond 1900 met de industriële revolutie, de macht der staten (België was rijk dankzij Congo). Het was een klassenmaatschappij, iedereen wist wat van hem verwacht werd.

Tijdens de herfst rond 1950 plukte men de vruchten dankzij de technische revolutie en kenden we het ontstaan van de welvaartstaat en de verzuiling van de maatschappij.

De crisis en de versnippering van de staat luiden de winter in rond 1975. Moeilijke procedures om tot een beslissing te komen leiden naar bestuurloosheid. Denken we aan de Oosterweelsaga en meer recentelijk de Coronabestrijding.

Structuren die zekerheid verschaffen verschrompelen. Er zijn de ontzuiling, het uiteenvallen van de gezinsstructuren die evolueren naar samengestelde gezinnen, waarbij kinderen van de ene dag op de andere in een nieuwe situatie komen (krijgen er bijvoorbeeld plots een broertje bij, waar ze niet om gevraagd hebben). Jongeren volgen geen voorgeschreven weg meer, beslissen zelf.

De gewone man kan in deze versnelde maatschappij niet meer volgen. Soms krijgen kinderen ongevraagd een rugzak mee vol trauma’s : emotionele of fysieke verwaarlozing, seksueel geweld,  kinderen voelen soms ten onrechte aan dat veel van het ongeluk binnen het gezin hun schuld is en worden dikwijls ongevraagd de therapeut van hun ouders.

Als eersten voelen justitie en de hulpverlening aan dat er dringend wat moet veranderen. Gaat de samenleving veranderen onder druk van een revolutie of ten gevolge van aanslagen? Of slagen we erin om bewust te evolueren naar een andere samenleving? Leren we op een andere manier samenleven?

In gans deze context is stabiliteit belangrijk voor het kind!

De jongere heeft nood aan een gezin, als warm nest, zonder te veel verhuizingen ten gevolge van scheidingen. Bijzonder kwetsbaar zijn kinderen met autisme spectrum stoornis. Het gezin is voor de jongere de leefruimte verankerd in een buurt. Het gezin geeft de garantie van inkomen, gezondheid, integriteit.

Deze bescherming valt weg bij problemen binnen het gezin, bijvoorbeeld intra-familiaal geweld. Dit leidt tot frustraties bij de jongeren. Justitie gaat deze gezinnen ondersteunen, zodat de frustraties weg kunnen, eerder dan bijvoorbeeld de vader gevangen te zetten.

De gevolgen voor het kind zijn niet min. Hechtingsstoornissen (naar aanleiding van verwaarlozing, echtscheiding ...)  zijn het ergste en krijg je moeilijk hersteld. Lichamelijke letsels, gedrags- en emotionele stoornissen komen veel voor.

Gelukkig bracht Herman ook de mooie verhalen van gezinnen die veel hulp ontvangen hebben en nog de nodige veerkracht vonden om de draad terug op te nemen.

Is al dat vrijwilligerswerk niet mooi! Al die initiatieven om het sociaal weefsel te herstellen. De vele acties rond nieuwe samenlevingsinitiatieven. De warmste week!

De maatschappij gaat te snel voor vele kinderen. Een lichtpuntje, de Corona-crisis gaf in vele gevallen wat rust.

Met een mooie afsluiter van Herman mochten we de prachtige zittingzaal van het Hof van Beroep in het Vlinderpaleis verlaten : « na de winter komt er de lente, en de zaadjes zijn al geplant »

Dankjewel Herman!

Uw verslaggever Walter Geerts

Fotograaf Dirk van Bogaert

Een activiteit georganiseerd door: 

't Wit Lavendel is een afdeling met leden uit Antwerpen en omgeving en behoort tot het gewest Schelde-Mark dat volgende afdelingen omvat:

Kort

Plaats: 
Gerechtsgebouw van Antwerpen, Bolivarplaats
Wanneer: 
dinsdag, 20 oktober, 2020 - 19:30
Beschrijving: 

Wie denkt aan de jeugdrechtbank, denkt ongetwijfeld aan jonge criminelen die winkels en apotheken overvallen en weerloze senioren de handtas afrukken zonder enig geweld te schuwen. “Helaas” is dit slechts een kleiner deelaspect van het werk van de jeugdrechter. Geconfronteerd met bijzonder veel leed bij onze jongeren, van drugverslaafde borelingen tot automutilerende psychisch getraumatiseerde pubers, gaat de jeugdrechter de dagelijkse strijd aan om deze jongeren te helpen, vaak een hopeloze strijd, ondanks Rode Neuzen-acties en Warmste Weken. Je zou eens moeten weten... 

Spreker: 
Herman Dams, jeugdrechter te Antwerpen
Over de deelname: 
23 leden namen deel.