HISTORISCHE LEZING OVER HET KASTEEL VAN BEAUVOORDE

KASTEEL VAN BEAUVOORDE

Terugblik

We waren officieel met 33 leden aan deze rijke dis: er was Ijslandse kabeljauwrug met asperges en een originele lentegarnituur dat naar mijn voorzichtig oordeel ook wat bloedworst omvatte.

                    Paul gaf onmiddellijk het woord aan Josette. Zij had een dubbele boodschap:

als actief lid van het Beauvarlet koor heeft zij elke maandag repetitie, oa samen met Agnes Becuwe-Verwaest. Dat maakt het voor hen vaak moeilijk deel te nemen aan onze zittingen. Maar, voegt zijn eraan toe, ik zal toch af en toe blijven komen. Is dit een captatio benevolentiae naar het tweede deel van haar boodschap?                                       " Er is concert op zondag as van het koor in de OLV -ter -Duinen kerk in Koksijde. om 20 h. Wij zijn  allen welkom."

                    Paul, geboren historicus, vermeldt tussen neus en lippen dat Vinkem en Wulveringem in 1977 fusioneerden tot de gemeente Beauvoorde met 600 inwoners. Hoe kom je in godsnaam erbij in zo een piepkleine gemeente een kasteel te ambiëren?

Bovendien werd deze gemeente zeven jaar later opgeslokt door het grote Veurne.      

Dagmar krijgt van Paul een knuppel van een micro, en al snel blijkt dit geen overbodige luxe. Bovendien weigert Dagmar ons toe te spreken over de geschiedenis van het Kasteel van Beauvoorde. Zodoende bevestigt hij de lucide analyse van Paul, want hij zal het hebben over :

                    "Arthur Merghelynck, passies van een edelman"                                          

Arhtur Merghelynck is een groot grondbezitter uit Ieper, die het morbide geluk heeft op 18 jaar leeftijd wees en dus rijk te worden.

                    De wetenschapper in Dagmar stelt zich twee vragen:

1/ Moet Arthur Merghelynck mordicus herinnerd worden?

2/ Is het nodig dit kasteel in stand te houden: restauratie is geen flauwe grap!

 

                    Dit onthutsend uitgangspunt brengt ons bij een speurtocht naar authenticiteit.

                    Vooreerst neemt spreker zijn tijd om de bourgeois traditie van het gezin Merghelynck te omschrijven: er is een familiale verwevenheid met de politieke macht. Arthur ontwikkelt een passie voor on(t)roerend erfgoed in Vlaanderen. Dit brengt hem bij zijn tweede passie: genealogie!

                    In Ieper braadt zijn haring niet: de burgemeester was niet in erfgoed geïnteresseerd, de stadsarchivaris was niet geliefd, en hij vindt de ware liefde in een brasserie in Langemark. Hij trekt naar een archief van een hoger niveau , namelijk in Brussel.

Oudheidkunde is voor hem het verwerven van data onder de vorm van parochie- en doopregisters, en zo komt hij uit op een ware passie voor stambomen.

Voorname geslachten maken een land groot en dus plaatst hij zichzelf in het groepje van adellijke geslachten.

 

                    Hij wordt al snel heel geliefd in Beauvoorde, waar hij het kasteel heeft gekocht en maakt zich lid van buitenlandse heemkundige kringen. Dit kasteel dateert uit de twaalfde eeuw, gebouwd door een Saksische ridder en in de zestiende eeuw verworven door een  "belangrijke" familie.

                    In de volgende paragraaf toont spreker aan dat het belang van het kasteel van Beauvoorde het best wordt geëvalueerd of geëvoceerd door diegene die er "belang "bij heeft. Dit gevoel van evovatie zal wellicht doorwegen in het restauratie-dossier en heeft zeker doorgewogen in de queeste naar oude meubelen en andere antieke voorwerpen door Arthur Merghelynck. In elk geval blijkt het het interieur  een ware micmac te zijn of eerbiediger gezegd een eclectisch samenraapsel van wat hij in diverse antiquariaten kon vinden. Ook zijn bureau geeft ons een inkijk in zijn psychè: hij verzamelt werken over architectuur en genealogie en eigen geschriften en snuisterijen die passen bij een heer van stand.

                    Zijn stadspaleis in Ieper is door een Rijsels architect opgesmukt in eclectische louis XV en XVI stijl. Zijn restauratie hiervan is een reconstructie. Wat de bezoeker vandaag te zien krijgt, is de twintigste-eeuwse reconstructie van een negentiende-eeuwse reconstructie van een achttiende-eeuws herenhuis: de heropbouw van een huis als een museum en een museum als een huis. Het gaat dus eer over evocatie van het roemrijk geslacht Merghelynck dan om authenticiteit.

                    Hij ontwerpt een eigen " wapen" want zijn overgrootvader kreeg van Maria-Théresia de titel van jonker.

                    In Brussel zijn er een aantal boekenplanken van wel 550 ingebonden boeken met al zijn data, doodsprentjes, parochieregisters, afschriften van grafstenen enz..

                    Zijn informatie netwerk is aanzienlijk en heeft drie soorten bronnen:

a/ de adel denkt van zichzelf dat ze een hoeksteen is van de natie.

b/de notabelen en de pastoors zoals bv Opdebrinck  dien hem doodsprentjes sturen.

c/en de professionele archivarissen die nog op knullige wijze werkten.

                    Hij verkoos niet te werken met genealogische bureaus omdat die nogal werkten "à la tête du client" In de negentiende eeuw was afkomst alles.

 

                    Wat is nu het bilan?

Bij nader inzien zijn de archieven van Merghelynck die inn Brussel bewaard worden wel belangrijk: immers door de stadsbrand van Ieper in 1914-1918 is alles verloren gegaan. Het kasteel van Beauvoorde geeft wellicht een goed beeld, mede door zijn eclectische inboedel, van de tijdsgeest van toen. Wij zijn allen de som van stukjes geschiedenis en hebben allen een eigen verhaal dat verdient bewaard te worden.

                    Zijn stadspaleis is na zijn dood eigendom geworden van de stad Ieper, enigszins tegen zijn zin. Maar als instituut dat zich keerde tegen Nederlandstalige instituten paste het dan weer wel in zijn mindset. Hij was dus een grote Belg.

 

                    Paul stelt dat hij wellicht meer succesvol was dan onze baron-graaf D'Udekem d'Acoz, immers de pachtprijzen gingen drievoudig omhoog in de negentiende eeuw.

                    Wellicht zijn er nog descendenten langs zijn broerszijde? "dat moet ik nog onderzoeken" zei Dagmar.

                    Johan is betrokken bij het restauratie dossier en vertelt dat men inderdaad stuk voor stuk de inboedel op multidisciplinaire wijze nakijkt op afkomst, belang en waarde.

                    Na zijn dood ging het kasteel in vruchtgebruik naar zijn echtgenote. Na haar dood kwam het in het bezit van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde.

 

 

                    Dan krijgt onze boekendokter Dag het woord. Hij noemt twee werken van een bijna vergeten groot schrijver: Alfred Kossmann, tweelingbroer van Ernst Kossmann, Paul bekend als professor geschiedenis na de Middeleeuwen.

                    Alfred schreef " Drempel van ouderdom " als zeven kortverhalen met Arnold Rustenburg als hoofdfiguur. Het is één grote desillusie en ontnuchtering als je op het einde achter om kijkt.

                    "De middag van mijn leven" is een bundel reisverhalen waarin Kossmann beelden oproept die hem letterlijk in de middag van zijn leven hebben verrukt, hij brengt verslag uit van wat hij ervaart op zijn reizen.
                    Zijn werk wordt gekenmerkt door een zekere ironie die ook in het wetenschappelijk werk van zijn tweelingbroer is terug te vinden. Kossmann groeide op in Rotterdam, waar zijn vader (Friedrich Kossmann) directeur was van de gemeentelijke bibliotheek. Hij zat een tijdje op het Erasmiaans Gymnasium. Daarna ging hij werken, eerst bij een boekhandel en later bij verschillende uitgeverijen. In de Tweede Wereldoorlog dook hij aanvankelijk onder, om aan de Arbeidsinzet te ontkomen, maar hij werd opgepakt en tewerkgesteld in Duitsland, samen met zijn tweelingbroer, de later beroemde historicus Ernst Kossman. Deze ervaringen verwerkte Alfred later in de roman "De nederlaag "

         

 

                    Een" Bernadetje" en andere vochten sponsorden de geanimeerde gesprekken tot voor middernacht.

 

 

Een activiteit georganiseerd door: 

behoort tot het gewest West-Vlaanderen dat volgende afdelingen omvat:

Kort

Plaats: 
3 Koningen Beauvoorde
Wanneer: 
maandag, 24 april, 2023 - 19:30
Beschrijving: 

Dagmar Dewulf geeft een lezing over het kasteel van Beauvoorde. Dit was niet helemaal correct want het was eigenlijk overArthur Mergelynck, de eigenaar en restaurator van het kasteel.

Spreker: 
Dagmar Dewulf
Over de deelname: 
grote opkomst voor een voordracht die net niet over het kasteel ging, maar wel over de vroegere eigenaar Jonkheer Arthur Merghelynck