Waarom bleef niet heel Limburg Belgisch?

De inwoners van wat nu de Nederlandse provincie Limburg is, wilden begin 19e eeuw eigenlijk liever Belgisch blijven. Blijven? Of worden? Deze vraag stond centraal in de lezing die Lei Heijenrath, voormalig leraar Nederlands en nu voorzitter van het college van bestuur van Hogeschool Zuyd, hield bij de afdeling Heerlen vlak voordat de coronabeperkingen toesloegen. En wie was Franz Corneli?

Een grafsteen met een Franstalige tekst bij de Lambertuskerk te Kerkrade vormde voor de spreker het begin van een speurtocht, die hem vijf jaar lang heeft beziggehouden. Het is de grafsteen van Franz Corneli. Heijenrath heeft over deze bestuurder een boek geschreven, waarvan recentelijk een herdruk is verschenen, die bij de historische kring 'Het land van Herle' te bestellen is.

 

 

Verknipt

Het huidige Limburg was in de 17e eeuw staatkundig een verknipt gebied. Bij het partagetractaat na de vrede van Munster in 1661 werd een deel Spaans en een deel Staats. Het Spaanse deel werd in 1712 als gevolg van erfopvolging Oostenrijks. De 18e eeuw was een periode van gigantische armoede en de periode van de Bokkenrijders, een bende dieven, afpersers en plegers van gewelddadige overvallen. Na de Napoleontische tijd en het Congres van Wenen (1815) werd het gebied opnieuw ingedeeld, waarbij zo veel mogelijk natuurlijke grenzen als beken en rivieren (bij Kerkrade en Heerlen bijvoorbeeld Worm en Crombacherbeek) werden aangehouden. Soms kwamen grenzen ook dwars door dorpen te liggen.

Opstandelingen

Nederland ging geregeerd worden door de soevereine vorsten van het huis van Oranje. In 1830 scheidde België zich af van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Grote delen van het huidige Nederlands-Limburg deden mee met de opstandelingen. Er liep zelfs een Nederlandse generaal over. Spreker legde er de nadruk op dat die afscheiding zeker niet spontaan gebeurde. Heel Limburg werd vervolgens tot 1839 in de praktijk Belgisch, behalve het belegerde Maastricht dat dankzij generaal Bernard Dibbets en zijn garnizoen voor Nederland behouden bleef, ook al was de bevolking Belgisch-gezind.

 


De Nederlandse generaal Bernard Dibbets
die het belegerde Maastricht wist te verdedigen tegen de opstandelingen.

 

Duitse Bond

Het huidige Nederlands-Limburg werd ook lid van de Duitse Bond (met een parlement in Frankfurt am Main) en moest troepen leveren aan de Duitse Bond. Dat bleef zo na 1839, toen oostelijk-Limburg naar Nederland ging. Het Duitse recht prevaleerde er boven het Nederlandse. Dat bracht grote spanningen met zich mee. In het revolutiejaar 1848 werd een grote Nederlandse troepenmacht naar Limburg gezonden, die ingekwartierd werd bij lieden die weigerden aan Nederland belasting te betalen. In 1866 viel de Duitse Bond uiteen en kwam Nederlands-Limburg definitief bij Nederland. In 1867 werd het formeel de elfde Nederlandse provincie.

 


Nederlands-Limburg was onderdeel van zowel Nederland als de Duitse Bond, net als het huidige Luxemburg.

 

Franz Corneli

Franz Corneli werd in Rimburg geboren in een familie van juristen. Een gevelsteen in Rimburg herinnert daar nog aan. Hij studeerde rechten en promoveerde in Luik. In 1827 werd hij lid van Provinciale Staten. Hij ging wonen in Kerkrade, in hoeve Nieuw Erenstein, dat overigens recentelijk gedeeltelijk is gerestaureerd door het Limburgs Landschap. Na de afscheiding van België in 1830 werd Corneli gekozen tot burgemeester van Kerkrade en was hij lid van de deputatie van Limburg in het parlement te Brussel.

Nederlands Kamerlid

In 1840 werd Corneli door Willem I curieus genoeg tot Nederlands kamerlid 'benoemd'. De koning vond dat het gewest Limburg inbreng moest hebben in het Nederlandse parlement. Het bleef rommelen in Limburg en lang was het onduidelijk welke richting het op zou gaan. Corneli werd niet herkozen in de Tweede Kamer, maar werd wel gekozen in de Provinciale Staten. Hij werd zelfs député. Hij overleed in 1855.

 

Vragen

De aanwezigen hadden tal van vragen. Over de gebruikte bronnen (onder andere de 19e-eeuwse krant 'La Gazette du Duché du Limbourg', in te zien in het Rijksarchief), de Spaanse erfopvolging, hoe Maastricht Nederlands kon blijven (dankzij het garnizoen onder leiding van generaal Dibbets), de Joseph Corneli Allee in Houthem/Valkenburg (familie van Frans, inderdaad) en het vervoer destijds tussen de hoofdsteden (paardentractie).

Jan Meindersma
Secretaris afdeling Heerlen

 

Meer weten? De Wikipediapagina over de geschiedenis van Limburg is een mooi begin op internet.